Theater / Voorstelling

Een verfrissende confrontatie met de dood

recensie: Noord Nederlands Toneel - dood en zo

‘Ik denk dat je inzakt, een beetje als een taart die net uit de oven komt.’ Eva Duijvestein behandelt de 84-jarige Annemarie Prins niet met zijden handschoentjes, maar met het soort van ruwe latex. dood en zo is een frisse confrontatie met datgene waar we het liever niet over hebben, maar ons allen te wachten staat.

Prins wil groots en meeslepend afzwaaien en, zoals het een actrice betaamt, met publiek. Ze plant haar dood tot in de puntjes: van de amandelolie waarmee ze zich insmeert tot de manier waarop ze haar fatale toetje door de yoghurt roert. En terwijl Prins ook tot na de laatste adem controle wil houden, herinnert Duijvestein haar aan wat niemand ook maar durft te denken: ‘Je bent dan dood wat doet het ertoe? Jij bent dan een ding’.

De vrouwen schelen 44 jaar, Het is een bijzondere vriendschap. Prins laaft zich aan het bloed van de jeugdige Duijvestein en die peuzelt op haar beurt alle ervaring van de oudere Prins op. Ze zijn aan elkaar gewaagd. Met regelmaat proberen ze elkaar uit het veld te slaan, maar telkens krabbelen ze weer overeind. Ze huilen, vernederen en houden troostend elkaars handen vast. De chemie tussen Prins en Duijvestein ademt een ultiem vertrouwen uit.

Zonder gêne

De toneelvloer lijkt een spiegel, totdat Duijvestein die op haar sokken betreedt. De kringen die ze in het water achterlaat spiegelen het licht golvend op de muur. Het is een prachtig beeld. Even later zijgt ook Prins in het water neer. De vrouwen gaan geen ongemak uit de weg. Ze banjeren door het koude water en voeren het gesprek over de naderende dood zonder gêne en zonder censuur.

Prins is charismatisch, innemend en windt de zaal om haar vinger. Ondanks haar 84 jaar is ze ontwapenend als een klein meisje. Van haar krukje tuurt ze naar zichzelf in het water en trekt haar opgekropen rok over haar blote knieën: ‘Ik wil me niet meer schamen’.

Gevaarlijk dichtbij

Duijvestein en Prins houden het publiek tot de laatste adem in hun greep. De muziek van Dionys Breukers en Bart Rijnink leidt onder hun gesprekken helaas meer af dan dat die ondersteund. Het lijkt een overbodige poging om suspense op te bouwen. De tekst van Sophie Kassies is oprecht en draait niet om de zaken heen. Daarmee wordt de voorstelling niet zwaar, maar juist verfrissend. Het publiek verkeert niet in een existentiële crisis, maar barst met regelmaat in lachen uit.

Soms slaat de voorstelling je als koud water in het gezicht en komt dood en zo gevaarlijk dichtbij. Terwijl Duijvestein krachtig rond het bassin stampt, zwoegt Prins door het koude water om haar bij te kunnen houden. Op dit soort momenten wil je dat het stopt en Prins in een warme droge handdoek wikkelen. Duijvestein en Prins gaan onverbiddelijk door.

dood en zo is een gitzwarte komedie met een bittere nasmaak. Prins en Duijvestein kijken de dood recht in de ogen, maar verwacht geen verlossing: ‘Ben je bang?’ wordt nooit met een geruststellend nee beantwoord.