Boeken / Non-fictie

Thuis in de tijd

recensie: Antoine Bodar - Geborgen in traditie

In zijn nieuwste bundel is Antoine Bodar behoorlijk kritisch op Nederland. Taalverloedering, lompheid en egoïsme zijn de verschijnselen waar hij zich het meest aan stoort. Dit hangt allemaal samen met een gebrek aan waardering voor traditie.

Niet voor niets heeft de Brabantse priester zijn Nederland verruild voor Italië. Dat wil echter niet zeggen dat hij de strijd heeft opgegeven. Hij bestookt het vaderland nog regelmatig met boeken en verschijnt geregeld op tv om uitleg te geven over de Rooms-Katholieke Kerk. Daarbij is hij nooit te beroerd om en passant te wijzen op de slechte staat waarin Nederland verkeert.

Niet dat Nederland Bodar weinig te bieden heeft. Hij bewondert Joost van den Vondel, Louis Couperus en Johan Huizinga en schrijft daar graag over. Zijn klacht is vooral dat Nederland zijn rijke culturele traditie bij het grof vuil heeft gezet.

Jaren zestig

Het ging volgens Bodar mis in de jaren zestig. Tijdens deze periode kwam de jeugd in opstand tegen orde en gezag, traditie en etiketten — kortom, tegen het idee van beschaving als zodanig. Bodar maakte de jaren zestig mee als student en omschrijft ze als de meest afgrijselijke periode uit zijn leven. ‘Zulks tekent een mens.’

Bodar hekelt de lompheid, de grofheid en het egoïsme die sinds de jaren zestig in opmars zijn. We zijn veel te veel met onszelf bezig. De populariteit van allerlei nieuwe vormen van spiritualiteit vindt hij daarvan een duidelijk teken: die zijn uitsluitend op het eigen welzijn gericht.

Europa

In de politiek signaleert Bodar een soort nationaal egoïsme. Hij ziet een tendens bij mensen als Wilders en Baudet om zich achter de dijken terug te trekken. Europa is voor hen een vies woord.

Zo niet voor Bodar. Hij houdt een warm pleidooi voor het belang van Europa. Daarin doet hij geen beroep op de toekomst – al zou toenemende politieke integratie in Europa een dwingende noodzakelijkheid zijn in een globaliserende wereld – maar juist op het verleden.

Europa is altijd een eenheid geweest, zo zegt Bodar. Wellicht niet in politieke zin, maar toch zeker in culturele zin. Gemeenschappelijke tradities, waaronder het christendom, hebben altijd voor een zekere verbondenheid gezorgd. Maar juist die traditie, zo stelt Bodar teleurgesteld vast, wordt door de pro-Europese stemmen op dit continent verzwegen.

Hoop

Maar Bodar zou Bodar niet zijn als hij het pessimisme niet overstijgt. Hij schenkt in zijn boek veel aandacht aan het schone. Kunst en literatuur kunnen troost en geborgenheid bieden. Daarbij hoort ook enige kennis van het christendom, dat de inspiratiebron voor zoveel Europese kunst en literatuur vormde. Kennis van de eigen (culturele) geschiedenis is volgens Bodar noodzakelijk om te weten wie we zijn. Met een sterker zelfbewustzijn zullen we ook beter in staat zijn nieuwe culturen in ons op te nemen in plaats van ze louter als bedreiging te zien. Zo biedt het boek toch nog hoop.

Dat Bodar zowel kritiek als oplossingen levert, maakt Geborgen in traditie leesbaar. Omdat het boek een samenstelling van veelal eerder gepubliceerde of voorgedragen stukken is, overlappen veel opstellen met elkaar. Bodar kent ongetwijfeld het Romeinse gezegde dat herhaling de moeder der wijsheid is.