Theater / Voorstelling

Daarboven zijn de engelen

recensie: Troubleyn/Jan Fabre - De koning van het plagiaat

In De koning van het plagiaat houdt acteur Dirk Roofthooft een monoloog over het vermogen van de mens om naar hartelust te plagiëren. Vanuit zijn intrigerende personage als engel verlangt hij ernaar een mens te zijn. Totdat het bijna zover is.

Jan Fabre, beeldend kunstenaar, schrijver en regisseur, schreef in 1997 De keizer van het verlies. Winnaar van de Louis d’Or 2007, Dirk Roofthooft, vertolkte in deze monoloog de rol van een clown die zijn publiek probeert te amuseren door met steeds originelere acts op de proppen te komen. Succesvol is hij niet, omdat hij gelijktijdig moeilijke, filosofische vragen over het bestaan opwerpt. Hij legt zichzelf in een existentiële knoop, waar hij niet zo gemakkelijk uit geraakt. De koning van het plagiaat is een vervolg op dit stuk. Dirk Roofthooft speelt dit keer een bescheiden, verlegen engel. Gekleed in groene chirurgenkleding en lange witte doktersjas staat de engel in een entourage die aan een laboratorium doet denken. In laboratoriumbakken, die in een halve cirkel staan opgesteld, liggen hersenvormige stenen. Het toneel is afgehangen met koningsblauwe doeken waarop zilveren kroontjes zijn afgebeeld.

Babbelende apen

~

De engel, alleen op het grote podium, staat oog in oog met zijn publiek: de mens. Hij zou zijn eigen bestaansvorm graag in willen ruilen voor een bestaan als mens. Hoewel hij zelf betere papieren lijkt te hebben – hij is perfect, onschuldig en origineel – vindt hij het spannender om een ‘babbelende aap’ te worden, met al zijn onvolkomenheden. Daartoe zal hij zichzelf van hersenen gaan voorzien. De engel draagt in zijn zakken vier speciale stenen, of beter gezegd ‘steinen’, die hij op zijn operatietafel bewerkt. Het gaat hier om de breinen van Einstein, Wittgenstein, Gertrude Stein en Frankenstein. Achtereenvolgens staan zij symbool voor de wetenschap, de filosofie, het schrijverschap/de kunst en de kunstmatige intelligentie.
In zijn bespreking van de breinen komen de woorden plagiaat, imitatie, kopiëren en na-apen veelvuldig voorbij. De mens is meester in het plagiëren, het is een noodzakelijke voorwaarde voor evolutie. Maar tegelijkertijd is hij gedoemd om onorigineel te zijn. Alles wat hij voortbrengt is al eens gemaakt, alles wat hij zegt is gestolen of afgekeken van een ander. Net als het twintigtal horloges dat de engel om zijn armen draagt: allemaal ‘originele namaak’.

De theatraliteit van het bestaan

~

>De engel laat zich continu verleiden tot bespiegelingen over het menselijk bestaan. Daarbij maakt hij het publiek tot actieve toehoorder door directe vragen te stellen en steentjes uit te delen waarmee de toeschouwers hem kunnen bekogelen. Eén keer maakt iemand daar gebruik van, als de engel voor een tweede maal Shakespeare wil citeren. De toehoorder heeft blijkbaar geen zin om de lange monoloog opnieuw aan te horen. De engel reageert direct, zoekt de stenengooier in het publiek op en vertelt gekscherend dat alleen vrouwen wel eens steentjes durven te gooien. De engel is gefascineerd door Shakespeare en zijn veelgebruikte metafoor van het theater: ‘All the world is a stage’. De engel verwijst niet alleen naar het feit dat de wereld een schouwtoneel is, waarin iedereen zijn eigen rol vertolkt, maar ook naar het feit dat hij zelf als een acteur staat te spelen voor zijn toeschouwers. Hij legt de wetten van het theater bloot. Zo vertelt hij het publiek dat er plakkertjes op de toneelvloer zijn aangebracht door de technici, waar de poten van zijn operatietafel precies op moeten staan, omdat het licht er anders niet goed op schijnt. Door het afbreken van de vierde wand en de continue verwijzingen naar het theater, wordt de toeschouwer in verwarring gebracht. Kijkt hij nu naar een engel of naar een acteur?

Volmaakte imitatie

~

Met citaten uit Shakespeare en oneliners uit liedjes van the Beatles en Elvis laat de engel zien dat hij er zelf ook lustig op los kopieert. Het imiteren van de mens gaat hem steeds beter af. De innemende, wat verlegen engel van zojuist verdwijnt langzaam maar zeker. Zijn fysieke bewegingen worden groter en de stem luider. Het knappe, spannende spel van Roofthooft houdt je daarbij op het puntje van je stoel. Als engel laat hij een aaneenschakeling van verschillende emoties en stemmingen zien, allemaal even geloofwaardig. Roofthooft bewijst bovendien dat hij ook een erg humoristisch acteur kan zijn. De engel is soms onhandig, maakt veel grappige observaties en beweegt zich vaak komisch door de ruimte. Het mens-zijn sluipt langzaam maar zeker in de engel – en eigenlijk schrikt hij daar zelf toch van. Het is hem gelukt om naar hartelust te plagiëren, te stelen uit de breinen die de mensheid zo groot maakten en de babbelende apen te imiteren. Dat maakt hem echter ook minder volmaakt en idioter dan hij dacht. Hij is een ‘devil in disguise‘. Zijn conclusie: volmaakt is alleen degene die er niet in slaagt om te plagiëren.

De koning van het plagiaat van Troubleyn/Jan Fabre is nog tot en met 17 april te zien in Vlaanderen en Nederland. Voor meer informatie en speellijst, klik hier.