Theater / Voorstelling

Renee van Bavel: een chansonnière onderweg

recensie: Rood (Renee van Bavel)

Als cabaretière ging ze tijdens de finale van het Leids Cabaret Festival van 2002 de strijd aan met Javier Guzman en Wim Helsen. Maar met haar avondvullende voorstelling Rood laat Renee van Bavel vooral zien talent te hebben voor het zingen van gevoelige en vermakelijke liedjes. Als chansonnière heeft ze nog een weg te gaan, maar in Rood laat ze al wel zien waar haar mogelijkheden liggen.

~

Rood staat voor liefde, passie, vuur. Met wat fantasie zou je deze kleur ook met een nachtclub kunnen associëren. En dat is eigenlijk de sfeer die chansonnière Renee van Bavel probeert op te roepen in haar derde theatervoorstelling Rood. Op de affiches en flyers verwijst ze hier ook naar. De poging van de roodharige Brabantse om het publiek zich in een nachtclub te laten wanen, blijkt toch niet helemaal te werken. Terwijl ze met haar zang wel de passie weet op te roepen die je verwacht in een nachtclub. Maar door teveel afwisseling in het programma en een decor dat te weinig de sfeer van een nachtclub uitademt, lukt het de toeschouwer niet om echt het nachtleven in te duiken. Rood is eerder een bewogen en vooral vrolijke invulling van je avond.

Sterkste kant

Alhoewel ze in 2001 de publieks- en persoonlijkheidsprijs won bij het Groninger Studenten Cabaret Festival en een jaar later de finale bereikte van het Leids Cabaret festival, lijkt Van Bavel toch steeds meer te kiezen voor zang. Terecht, omdat dit duidelijk haar sterkste kant is. Na Helder, haar vorige voorstelling, werd Van Bavel al vergeleken met zangeressen als Wende Snijders en Bette Midler. In Rood beschaamt ze die vergelijkingen niet: ze bezingt het leven in prachtige gevoelige liedjes. Hiermee geeft ze het publiek een kijkje in haar eigen leven, maar neemt hen ook mee naar de bergen van Bolivia en de zon op Cuba.

Geen duidelijke lijn

Helaas ontbreekt het de theatervoorstelling aan een heldere lijn. Vermakelijke liedjes worden nogal rücksichtlos afgewisseld met jazz, fado en andersoortige levensliederen. Hierdoor blijven de liedjes nogal op zichzelf staan. Een gevoelig liedje over een vluchteling – die door Van Bavel wordt meegenomen op een reis door Nederland, maar die ze uiteindelijk alleen in een rubberbootje achterlaat – krijgt hierdoor niet de waarde die het verdient. Dit geldt ook voor Negen maanden, waarin van Bavel zingt over een zusje dat haar dode broertje bezoekt in zijn kamer, zich niet realiserend dat hij dood is. Jammer, want het lied herbergt een krachtige emotie in zich:

Ik duw op zijn buik
Voel aan zijn neus
Aai door zijn haar
Knijp in zijn wang
Knijp in zijn teentjes

Alles is daar
Alles is goed
Maar niets dat het doet
Wanneer ga je bewegen?
Wanneer ga je aan?

Na een dergelijk ontroerend lied is de sprong naar een volgend nummer te groot, en helaas kunnen ook de humoristisch bedoelde verhaaltjes daar geen verandering in brengen. De cabareteske teksten zijn sowieso niet erg komisch en dragen niet bij aan een heldere lijn in de voorstelling. En dat heeft Rood toch wel nodig om echt te kunnen ontroeren.

Onderweg

Uit alles blijkt wel dat de Brabantse chansonnière nog op zoek is naar haar plek in het theaterwereldje. Eigenlijk verwoordt ze het zelf het beste in het lied Ik ben onderweg, waarmee ze haar voorstelling afsluit. Alhoewel ze de keuze voor zang al gemaakt heeft, moet ze misschien net als Wende Snijders of Nynke Laverman ook kiezen voor een bepaald genre. Of tenminste zorgen voor een sterkere lijn in haar programma. Met haar prachtige stem – waarmee ze zachtjes in je oor kan fluisteren om daarna weer flink uit te halen – en haar muzikale talenten op piano en mondharmonica, heeft ze in ieder geval de potentie om een publiek een avond lang te ontroeren.

Rood is nog tot en met 3 juni 2006 te zien. Een uitgebreide speellijst vind je hier