Theater / Voorstelling

Medea quits

recensie: Rudolphi Producties/Magne van den Berg - Ik speel geen Medea

De actrice doet het niet, ze gaat niet spelen vanavond. Er is weliswaar van alles mis, maar daar ligt het niet aan. Het ligt aan haarzelf. Ik speel geen Medea is een nieuwe tekst van Magne van den Berg. Het is een spannend gegeven, maar het wordt niet bevredigend uitgewerkt. Dit is een uitgebluste cerebrale Medea, geen hartstochtelijke.

Het toneelbeeld is gedurende de hele voorstelling buitengewoon fraai. Aanvankelijk wordt er door stukken folie, van het soort waar sporters mee warm gehouden worden, een soort gouden kooi gevormd op het toneel. Bij het begin van het stuk wordt er wind in de folie geblazen, wat een geluid geeft dat doet denken aan de zee. Als je dan ook nog klassieke muziek en vogelgeluiden hoort, droom je weg. Je denkt aan de Griekse zee, de donkerblauwe rotsen, het schip de Argo. Verder gebeurt er niets en even lijkt het of de actrice die gaat aankondigen dat ze vanavond niet speelt, nu al weg is.

Herhaling

Maar dan komt Raymonde de Kuyper ons inderdaad vertellen dat ze vanavond geen Medea zal spelen. Waarom niet? Dat weet ze niet. Het ligt niet aan de recensie en ook niet aan het publiek van gister. Het ligt evenmin aan de koude bittere koffie waar ze drie euro voor moest betalen of het lange wachten op die koffie. Nee, dat is het allemaal niet. Het is iets anders, iets groters. De tekst is, ook door de droge laconieke manier waarop De Kuyper die brengt, aanvankelijk heel geestig. Maar ze blijft zichzelf herhalen. Steeds weer komt het niet door de koffie en ook niet door de recensie. En evenmin omdat de artiesteningang alweer niet te vinden was en zeker niet door het dedain van de koffiejongen, wat dan ook weer heel grappig is totdat je het tien keer hebt gehoord.

Medea vermoordt haar kinderen omdat haar man haar verstoot: een uiterst destructieve en zelfdestructieve daad. Is het niet willen spelen van deze actrice een metafoor daarvoor? Iedereen weet dat een acteur het niet kan maken om zomaar weg te lopen. De enige reden dat je niet speelt is een sterfgeval en wel dat van jezelf.

Maar dan vertrekt de actrice inderdaad en de gouden muren vallen in. Er komen twee vrouwen met identieke pruiken op: het koor. Zij herhalen alles wat we net hebben gehoord, voegen er hier en daar nog iets aan toe, maar langzamerhand begin je als toeschouwer je aandacht en geduld te verliezen. Waarom blijft de tekst steeds over hetzelfde gaan? Waarom stokt het hier?

Zen

Bij Euripides vecht Medea met iedereen, ook met het koor, en vooral met zichzelf. Hier verkeert iedereen in een staat van zen. Er is iets gebeurd, wat nooit gebeurt, maar ach, het zij zo. Het lag niet hieraan en evenmin daaraan. Aan het eind worden de meest treffende woorden van het hele stuk uitgesproken: ‘in een paar zinnen was het feitelijk gezegd.’ Helaas duren die paar zinnen een uur.

Wel heel mooi zijn lichtontwerp, decor en kostuums: de gouden kooi en de invallende muren als de actrice haar voornemen uitvoert. De rode voering in de jas van De Kuyper, de kleren van koorleden José Kuijpers en Ria Marks. De prachtige lappen stof die ze in hun armen dragen, hun beider gezichten, vooral als ze hun pruiken hebben afgezet. Deze vrouwen hebben ons niet zo gek veel te zeggen, maar ze zien er alle drie verdomd mooi uit.

De Medea van Euripides is zowel een feministe avant la lettre als een moordenares. Iedereen die haar in de weg staat of kwetst wordt aangevallen. Voor deze Medea hoeft niemand bang te zijn, ze is haar tanden kwijt.