Theater / Voorstelling

Komische kakker

recensie: Van huis uit (Martijn Oosterhuis)

Na een goed ontvangen eerste programma, Echt, brengt Martijn Oosterhuis (die we eerder zagen op de cabaretavond Hard gelach) nu een tweede voorstelling op de planken. Daarin volgen persoonlijke en actuele verhalen en anekdotes elkaar in hoog tempo op. Zijn jeugd in de kakbuurt van Amstelveen, zijn vader de tandarts, de politie en pesterijen op school zijn onderwerpen die hij aansnijdt. De voorstelling van de oud-Amstelvener ging op 24 januari in première in de plaats waar hij opgroeide. De titel Van huis uit is dan ook erg toepasselijk.

~

Tijdens een bezoek aan een open-podiumavond in de Amsterdamse Engelenbak in 1994 besloot Oosterhuis zelf het publiek te vermaken. De volgende dag belde zijn eerste opdrachtgever. Vanaf dat moment is Martijn Oosterhuis als cabaretier en stand-upcomedian actief. Anders was hij misschien wel tandarts geworden, net zoals zijn vader. Als tandartszoon heb je het niet makkelijk, zo vertelt Oosterhuis. Op school moest hij zijn klasgenootjes trakteren op doosjes rozijnen en thuis werd hij dagelijks geconfronteerd met de boorgeluiden uit zijn vaders praktijk. En dan groeide hij ook nog eens op in de dure buurt van Amstelveen, in een echte ‘kakfamilie’.

Geweigerd laafje

Martijn Oosterhuis is zelf ook een echte kakker geworden en hij is er trots op. De gangstarap waarop hij opkomt past dan ook niet echt bij deze 33-jarige ‘lullo’ met zijn oranje v-halstrui, rode ribbroek en trendy bril met zwart montuur. Kakkercabaretiers schijnen volgens Oosterhuis een kleine doelgroep te hebben, maar over gebrek aan aandacht mag Oosterhuis niet klagen, hij staat immers voor een uitverkochte zaal.

Hij praat over vroeger, over ervaringen uit zijn huidige leven en hoe hij tegen alledaagse zaken aankijkt. Hij overdrijft lekker en maakt van gewone situaties, absurde voorvallen. Daarbij vertelt hij makkelijk en zelfverzekerd, zonder attributen of verkleedpartijen nodig te hebben. Wel is hij erg bewegelijk en maakt hij veel gebaren om situaties te visualiseren. Oosterhuis is wat je noemt een echte spraakwaterval. Via verhalen over Shakespeare (“Shakey Spears van zijn tijd”), postduiven (de voorloper van de mobiele telefoon), politiemannen met lasers en Lactacyd belandt hij bij verhalen over zijn jeugd. Hij was vroeger een echt kneusje, of zoals hij het zelf noemt: “een Laafje dat de Efteling niet in mocht”, dat verstandige traktaties uitdeelde, en een bril met jampotglazen en gezondheidsschoenen droeg (“goed voor je voeten, maar je komt thuis met twee blauwe ogen”).

Grappige alledaagse verhaaltjes

Oosterhuis is snel, neemt geen adempauzes, schakelt vlot tussen grappen en vertelt duidelijk en boeiend zijn grappige alledaagse verhaaltjes. En dit is misschien ook wel zijn zwakte. Er is weinig ruimte voor reflectie of om de verhalen te laten bezinken. Het gaat misschien allemaal wel iets te snel en gehaast. Af en toe krijg je het gevoel dat hij het een beetje afraffelt. Maar Martijn Oosterhuis weet als stand-upcomedian toch anderhalf uur te boeien, en zo zijn er niet veel. Het is dan ook terecht dat hij na een carrière in Comedy Cafés nu de grote podia in het land afreist. Een kakker om in de gaten te houden!

Van huis uit speelt nog tot en met 31 mei 2006. Kijk hier voor een uitgebreide speellijst.