Theater / Voorstelling

Poëtisch leed in Psychose 4.48

recensie: Linda Witpaard i.s.m. Grand Theatre Groningen en 'Groningse Nieuwe' - 4.48 Psychose

Een jaar geleden toonde Linda Witpaard, studente Kunsten Cultuur en Media, in Istanbul haar interpretatie van het stuk 4.48 Psychose. Terug in Nederland boden het Grand Theatre en ‘Groningse Nieuwe’ (een initiatief van de Gemeente Groningen) Witpaard de mogelijkheid om haar project verder uit te werken en onderzoek te doen naar de relatie tussen tekst, spel en videobeelden. Daaruit is een geslaagde voorstelling voortgevloeid.

‘Groningse Nieuwe’ is een programma dat jonge, talentvolle kunstenaars uit alle kunstdisciplines de mogelijkheid wil bieden zich te ontwikkelen onder begeleiding van een ervaren coach. Linda Witpaard werd geselecteerd voor dit programma en kon zo de voorstelling 4.48 Psychose van de Engelse schrijfster Sarah Kane realiseren. 4.48 Psychose is de laatste toneeltekst die Kane schreef, voordat zij zelfmoord pleegde. De toneeltekst kwam postuum uit en is te lezen als een afscheidsbrief van de schrijfster, die leed aan zware depressies.

 

~

Innerlijke wereld
NNT-actrice Guus Boswijk vertolkt de rol van een psychotische vrouw, die het publiek een kijkje geeft in haar innerlijke belevingswereld. Ongeordende gedachteflarden en fragmenten van een dialoog met een therapeut wisselen elkaar af. De taal die de psychotische vrouw bezigt is zeer beeldend en bij vlagen van een poëtische schoonheid. De vrouw doet tussendoor concentratieoefeningen, zoals het opsommen van getallen of medicijnen. Als in een mantra herhaalt zij woorden als ‘flikker’, ‘flits’ en ‘brand’ keer op keer, zodat de betekenis van de woorden hol wordt en er alleen nog ritme overblijft. De vrouw vertelt dat ze in haar polsen snijdt. Ze lijkt een intens gebrek aan liefde te voelen. Niemand houdt van haar. Bovendien houdt ze niet van zichzelf – en niet van de wereld om haar heen. Het lijkt daarbij of de vrouw niet in staat is om een onderscheid te maken tussen die wereld en zichzelf. Het wereldleed en extreem gewelddadige gebeurtenissen uit het collectieve verleden trekt zij zich persoonlijk aan. “Ik vergaste de Joden, ik vermoordde de Koerden”. Om 4 uur 48 zal de vrouw een einde maken aan haar ondraaglijke leven, zo kondigt zij aan.

Gevoelloos
Boswijk speelt op een zeer ingetogen, beheerste manier. Ze komt haast mat of gevoelloos over. Nooit komt er een uitspatting, nooit wordt ze boos. Deze speelwijze illustreert precies de gemoedstoestand van de vrouw. Zij snijdt in zichzelf in een wanhopige poging om nog íets te kunnen voelen; geestelijk heeft ze het vermogen daartoe al verloren. De toeschouwer wordt gedwongen om zich tot de vrouw te verhouden. Op een gegeven moment gooit zij een papieren vliegtuigje met daarop de tekst ‘geef antwoord’ het publiek in. Door haar matte gedrag lijkt de vrouw echter in niets op de toeschouwer. Herhaaldelijk denk je: doe iets! Schreeuw of huil! Frustrerend genoeg doet ze dat niet. De dramaturgische keuze om op zo’n vlakke manier te spelen is tegelijkertijd de kracht én de zwakte van de voorstelling. Het dwingt je als toeschouwer de frustratie van de vrouw mee te voelen en daar een standpunt over in te nemen, maar het stuurt niet naar een hoogtepunt, waardoor het soms moeilijk wordt je concentratie vast te houden.

Meervoudige persoonlijkheid
Boswijk ziet er kwetsbaar uit, met haar blote armen en voeten. In een minimalistische choreografie, waarin ze haar armen en handpalmen opendraait, wordt haar kwetsbaarheid nog verder vergroot. Ze staat veel stil, soms zit ze op de rand van het bed. Middels videobeelden en lichteffecten wordt er geëxperimenteerd met het toneelbeeld. Boswijk is soms in de spiegel te zien en soms als silhouet op de muur. Op de achterwand wordt haar gezicht zo nu en dan live geprojecteerd. De verschillende vormen die zij zodoende aanneemt, vormen een illustratie van haar meervoudige persoonlijkheid. Het licht dat op Boswijk schijnt is fel en vormt een wit vlak op de speelvloer, waar ze precies in past. Zo krijg je het idee dat de vrouw in een isoleercel zit, waarvan de deur af en toe open gaat, zodat er een fel licht naar binnen schijnt. Maar er komt niemand om haar te helpen. En waarschijnlijk wil ze dat ook helemaal niet. Uiteindelijk stapt ze door een deur naar buiten en slaat ze het leven voorgoed achter zich dicht.