Theater / Voorstelling

Cats blijft een terechte klassieker

recensie: Cats (Joop van den Ende Theaterproducties)

My Fair Lady, The Wiz, Grease, Cats: voor het musicalaanbod van dit seizoen zijn weer de nodige klassiekers afgestoft. Maar Cats neemt toch wel een bijzondere plaats in in dit rijtje. Niet alleen spreken de cijfers boekdelen (hij speelde 21 jaar op West End en 17 jaar op Broadway, aan één stuk door), ook qua opzet is deze musical uniek in zijn soort. Volledig doorgecomponeerd, geen duidelijk verhaal, geen mensen als personages, en toch enorm tot de verbeelding sprekend. Zelfs na vijfentwintig jaar nog.

Het regisseren van Cats kan geen flinke uitdaging genoemd worden. Geen muzieknootje, geen danspasje, geen streepje make-up mocht veranderd worden sinds de musical in 1981 vormgegeven werd. Dat maakt het voor de liefhebber – die de langspeelplaat uit zijn hoofd kent en de dvd vele malen aandachtig heeft bekeken – een feest van herkenning. Maar voor een regisseur is de uitdaging in zo’n strak keurslijf ver te zoeken. Bovendien kun je je afvragen of de musical, net als zoveel theaterstukken, op een gegeven moment niet onderhevig is aan ouderwetsigheid en smeekt om een verfrissende update.

Tijdloos

~


Nee dus, niet Cats. Want juist vanwege het mystieke en tijdloze karakter heeft de musical geen last van actualiteiten als politieke spanningen, terrorisme, broeikaseffecten of de opmars van reality tv. Alles aan de voorstelling ademt ‘klassieker’, waardoor zelfs de poëtische teksten zoals Gerrit Komrij ze ooit vertaalde nog op hun plaats lijken. Al zal de kenner opmerken dat er op een enkel plekje toch wat aan de teksten is gesleuteld – al is het maar een woordje. Vreemd is dat deze tekstuele ingrepen het rijmen niet altijd ten goede komen. Bijvoorbeeld in het nummer Lorrenjopie en Scharrelnelis, hier om de een of andere reden omgedraaid naar ‘Scharrelnelis en Lorrenjopie’.

Kattenhemel

~

Cats speelt zich af tijdens de nacht van het Jubikelbal. Daar wijst de oude, wijze Oom Deuteromium (Marco Bakker) de kat aan die mag opstijgen naar de ‘ionosfeer’, de kattenhemel, waar hij aan een volgend leven mag beginnen. De katten laten zich een voor een van hun beste kant zien, Deuteromium paaiend om deze mythologische gunst. Jonge, rotzooiende katten als Lorrenjopie en Scharrelnelis. De tapdansende Spikkelpikkelmies. Abelkouw de Spoorwegkat. De oude en versleten theaterkat Koos en natuurlijk de verlepte Grisabella, de glamourkat.

Het verhaal zal, ondanks de mythische status, niet iedereen bekend zijn. Het is dan ook een aanrader die van tevoren even tot je te nemen, want met name de zang van het ensemble is regelmatig onverstaanbaar. Dat heeft ook te maken met het tempo waarop de literaire teksten van Komrij regelmatig worden gezongen, maar dit is een mankement dat helaas veel musicals kennen.

Dezelfde vuilnisbelt

In een decor dat ook al vijfentwintig jaar bestaat uit dezelfde vuilnisbelt, dansen, zingen en feesten de katten alsof hun leven ervan af hangt – letterlijk. Het is de eenvoudige maar effectieve kracht van deze musical: de muziek van Andrew Lloyd Webber is fenomenaal, de dans is volledig op de muziek ingespeeld en de soepele lichamen en zeer goede stemmen van de cast doen de rest. Want ook hier bewijst Nederland over een fikse vijver musicaltalent te beschikken. De ensemblezang is een lust voor de oren en de dansnummers zijn soepel. Met een eervolle vermelding voor de Brit Marc John Richardson: zelden iemand zo perfect zien dansen.

Minpuntjes

~


Ze raken zo bijna het niveau van het origineel aan. Bijna, want het lijkt erop dat deze katten nog een paar weken speeltijd nodig hebben om echt lekker in hun vel te zitten. Het tempo is soms wat te sloom alsof de acteurs de spanning niet helemaal kunnen vasthouden. Op andere momenten is het juist wat te gejaagd. Zo maakt de Tuk-stuk-rukker zijn favorietenrol niet waar als de uiterst coole, relaxte kater, want hij neemt veel te weinig tijd om het juiste effect te creëren; die van een ’teaser’. De muziek tenslotte is ook niet om over naar huis te schrijven. Omdat de orkestbak ver weggestopt (achter een muur?) zit, klinkt de muziek veelal bedompt, op de momenten na dat men echt voluit gaat. Ook is het blikken geluidje van de synthesizer erg aanwezig, wat niet staat bij een productie van naam als Cats.

Niettemin heeft producent Joop van den Ende de hooggespannen verwachtingen weten te vervullen. Met Anita Meijer als verrassing, die zich de rol van Grisabella helemaal eigen maakt, tot het hartverscheurende ‘Memory’ aan toe.

Cats is nog tot en met juni 2007 te zien. Klik hier voor meer informatie.