Theater / Voorstelling

Een einde in bloei

recensie: Hummelinck Stuurman Theaterbureau - De Kersentuin

.

‘Ik speel hier zo heerlijk op mijn mandoline.’
‘Dat is geen mandoline, dat is een gitaar.’
Terwijl boekhouder Semjon een hartstochtelijke serenade brengt aan zijn geliefde Anja, drukt zij hem koket met zijn neus op de feiten. Ondertussen voltrekt zich een familiedrama.

In De Kersentuin keert de weduwe Ljoebov (Carine Crutzen) na een mislukte affaire met haar Franse minnaar terug naar het Russische landgoed waar ze is opgegroeid. Samen met haar dochters Anja en Warja hoopt ze rust en geluk te vinden, maar de zoete nostalgie wordt al snel de kop ingedrukt als blijkt dat de familie kampt met stevige geldproblemen. Het landgoed met de kersentuin moet worden verkocht, tenzij er zomerhuisjes op gebouwd worden voor vakantiegangers uit de stad.

Ljoebov kan maar niet onder ogen zien dat haar zorgeloze adellijke leventje ten einde is gekomen. Ze blijft argeloos met geld smijten, totdat er geen ontkomen meer aan is.

Gepruts en gemorrel

~

Tsjechov staat bekend om zijn ‘stroperige’ stukken waarin de personages uiteengetrokken worden tussen de pijn van hun herinneringen en angst voor de toekomst. Het heden van de Tsjechov-realiteit is als een stilstaand horloge: een statische toestand waarbij mensen blijven hangen in hun (onrealistische) dromen en zichzelf zodoende in de weg zitten. Klinkt saai? Niet bij Gerardjan Rijnders. Zijn bewerking van De Kersentuin is lichtvoetig en direct.

Rijnders gaat op zoek naar het gepruts en gemorrel van de mensen, waar volgens de regisseur een hoop humor in zit. Zo is daar de warrige oom Leonid (Hein van der Heijden), de broer van Ljoebov, die met zijn spastische trekjes en eindeloze gebabbel een hilarische doorn in het oog is van de dochters van de weduwe.
Of Petja, de betweterige eeuwige student die aan de lopende band belachelijk wordt gemaakt. Ook de stokoude butler Firs is een bron van vermaak. Mompelend schuifelt hij over het toneel, terwijl hij hier en daar een kraagje rechttrekt en een kopje verplaatst. ‘Het is altijd hetzelfde met de jeugd!’

Stuiptrekkingen van een verloren toekomst
De Kersentuin belichaamt het einde van een tijdperk. Terwijl het verleden nog ronddwaalt tussen de bloeiende bomen is het naderende afscheid voelbaar. De laatste stuiptrekkingen van een verlo

~

ren toekomst worden gevuld met drank en muziek. Nog één keer proosten, nog één keer dromen. ‘Het leven is voorbij voordat je er erg in hebt,’ zegt de oude butler aan het eind van het stuk. En zo is het ook met deze voorstelling.

De Kersentuin is het derde stuk van Anton Tsjechov dat op de planken wordt gebracht door theaterbureau Hummelinck Stuurman. Het is de afsluiter van het drieluik TSJECHOV3, waaraan sinds 2011 een vast artistiek team is verbonden. Regisseur Gerardjan Rijnders bewerkte en regisseerde eerder De Meeuw en Oom Wanja van de Russische toneelschrijver.