Theater / Voorstelling

Grootgrondbezitter groots ten onder in Kersentuin

recensie: Het Nationale Toneel - De Kersentuin

Dochter Warja smijt met strandstoelen. Wat haar betreft is de mooie zomerdag verknald: moeder Ljoebow heeft net zomaar honderd roebel geschonken aan een zwerver terwijl de familie volkomen berooid is. Met hen gaat de legendarische kersentuin ten onder, het symbool van het traditionele, comfortabele leven. De toekomst is onzeker. Maar moeder wil daar niet aan, ze is zogezegd in staat van ontkenning. Ljoebov gedraagt zich in Tsjechovs De Kersentuin als een grande dame, een vrouw levend in luxe, omringd door lijfeigenen.

~

Ljoebov komt na vijf jaar van reizen thuis op het landgoed-in-verval, waarin ze in haar volle glorie detoneert. Terwijl familie, vrienden en personeel reikhalzend uitzien naar haar komst, raakt de egocentrische vrouw alleen in vervoering bij het zien van haar stoffige oude kast, haar meubeltjes – zelfs van de muren en het plafond. Op haar getrouwen reageert ze nauwelijks. Gaandeweg wordt het gedrag van Ljoebov begrijpelijker: haar man stierf, haar zoontje verdronk. Desondanks blijft Ljoebov in de vertolking van Betty Schuurman een nare, zelfs irritante vrouw, die het verdient zonder geld of geliefden door te moeten.

Het Nationale Toneel haalt coryfee Erik Vos in huis om De Kersentuin (1904) te regisseren. Het stuk wordt geregeld gespeeld, juist omdat het zo’n mooi symbolisch verhaal is over keerpunten in het leven. Ljoebov en haar familie nemen afscheid van hun grond; regisseur Vos laat het stuk dan ook spelen in een decor met de kleur van aarde, of liever: van gedroogde modder (ontwerp: Tom Schenk). Alles is in verval. Kapot, oud, stoffig, versleten. Vergane glorie alom.

Vaart

~

Deze Kersentuin start als een ouderwetse, nogal stoffige toneelvoorstelling. Maar gaandeweg komt de vaart erin, wordt de aanpak frisser, eigentijdser. Dan komen de kleine nevenintriges tot hun recht die het handelsmerk zijn van Tsjechov. De uitzichtloze liaison tussen een hoopvol kamermeisje en een geile knecht. De weggeworpen liefde van dochter Warja (Anniek Pheifer) voor de succesvolle koopman Lopachin (Stefan de Walle). Het pijnlijke verhaal van Lopachin, die van arme boerenzoon opklom tot rijk man, maar die desondanks niet durft te gokken op het echte geluk. Daardoor eindigt hij wel met geld, maar niet met liefde.

Het werk van Erik Vos komt eigenlijk beter tot zijn recht op de vlakke vloer dan op het hoge podium van een schouwburg. Zeker wanneer Vos in de speelstijl zoekt naar het burleske, het absurdistische, schept de hoge bühne een hinderlijke afstand tussen spelers en publiek. Leuker zou zijn op gelijke hoogte te zitten met de acteurs, dan om naar ze op te moeten kijken.

Lust

~

Niettemin, wanneer deze Kersentuin eenmaal op stoom is, is de even feestelijke als pijnlijke neergang van de familie van Ljoebov een lust voor het oog. Hoe onontkoombaarder de ondergang nadert, des te uitbundiger de personages dansen op de rand van de vulkaan. Die ontkenning, het botsen van realiteit en gedrag, maken deze voorstelling de moeite waard.

De Kersentuin is tot en met 13 februari 2010 op tournee. Kijk op www.nationaletoneel.nl voor meer informatie over deze voorstelling.