Theater / Voorstelling

Vluchteling zijn: ben je nuttig?

recensie: Het Filiaal - Toen mijn vader een struik werd

.

Ben je nuttig?


Als Toda’s vader opgeroepen wordt voor het leger en zich moet camoufleren met struiken om met ‘de enen’ te vechten tegen ‘de anderen’, zit er voor Toda niets anders op dan op zoek te gaan naar haar moeder in het buitenland. Op reis komt zij allerlei raar volk tegen dat haar niet altijd even goed gezind is. Een mensensmokkelaar wil meer geld zien, twee oude dametjes willen haar op schoot hebben en een mislukte legerofficier gebruikt haar om te leren commanderen. Ook in het opvangtehuis vinden de kinderen dat ze raar praat en de belangrijkste vraag is: ‘Ben je nuttig?’ Als Toda ten einde raad van deur tot deur gaat om briefjes te verspreiden met de vraag of iemand haar moeder kent, komt het toch allemaal nog goed.

Op locatie


~

Regisseur van Het Filiaal Monique Corvers bewerkte zelf het gelijknamige boek van Joke van Leeuwen. Heleen Verburg schreef liedteksten en Gábor Tarján verklankte haar woorden. Mirthe Klieverik als Toda speelt in haar eentje of haar leven er vanaf hangt. Ze loopt, rent, praat, zingt, speelt, kruipt in de huid van en is ondertussen ook nog in staat regelmatig een een-tweetje aan te gaan met het publiek. Ruim een uur lang kneedt en boetseert zij Toda’s wereld. Gitarist Peter Sambros is machinist van de muzikale trein en als het even kan, kruipt hij achter zijn gitaarinstallatie vandaan om als verknipte legerofficier te schuilen bij Toda’s verstopplek in het bos. Voor de speellocatie zijn ze uitgeweken naar het voormalige Transformatorhuis, alwaar de rauwe fabriekshal, met een dak dat tot in de hemel reikt en ventilatoren zo groot als molenstenen, getuigt van industriële activiteit.

Hieperen

Toen mijn vader een struik werd is vakkundig in elkaar gezet door het Het Filiaal – duo Corvers en Tarján. De karakteristieke taal van Joke van Leeuwen is bewaard gebleven en Verburgs liedteksten zouden zo uit het boek gekropen kunnen zijn. Toch beklijft het niet echt en blijft het afstandelijk. We beleven – samen met Toda – de reis opnieuw. Haar manier van vertellen, steeds in de verleden tijd, veroorzaakt een eindeloze keten van toen-en-toen. Daarnaast is de informatiedichtheid hoog. Deze verteltrant vraagt om tegengas door het uitspelen van de situaties, of door gewoon even niks.

De gedachte van Joke van Leeuwen tijdens het schrijven was: ‘Hoe is het om op de vlucht te zijn?’ Mirthe Klieverik lijkt die gedachte te willen vertalen door een constante, expliciete spanning in haar doen en laten: een hoge ademhaling, permanente nervositeit en hyper speelstijl. Op de vlucht zijn is vast en zeker niet relaxed. Een uur lang hieperen maakt de spanning echter niet per definitie invoelbaar.

Echt spannend

Het wordt pas echt spannend als een grote hydraulische lift in beweging komt. Aangevuld met sonore vervormde gitaarklanken, komt het Transformatorhuis tot leven en is Toda’s angst lijfelijk voelbaar. Het zijn de spaarzame momenten waar de locatie naar hunkert. Als Toda dan een brief leest, door haar vader geschreven vanuit het legerkamp, is daar het gevoel van ontheemd en vervreemd zijn: het op de vlucht zijn.

Toen mijn vader een struik werd is nog tot en met zondag 30 juni te zien in de weekenden. Voor meer informatie: www.hetfiliaal.nl