Theater / Voorstelling

Paars, Fortuyn en Van Gogh: politieke cultuur in het theater

recensie: Paars (Growing up in Public)

Theater over politieke cultuur, over een veranderende samenleving, over grote bekken en over het niet meer tot bedaren kunnen komen. Wat kun je er nog mee, zo vlak na de dood van Theo van Gogh? Een toneelstuk dat geïnspireerd is op de moord op Fortuyn, en op de cultuur die daarop in Nederland ontstond; heel de voorstelling lijkt opeens onlosmakelijk verbonden met de gebeurtenissen in Amsterdam.

~

Ik zag de voorstelling Paars van Growing up in Public enkele dagen voor de moord op Theo van Gogh. Opeens heeft iedereen het over vrijheid van meningsuiting. Acteur Jef van Gestel plaatste in het stuk echter enkele duidelijke vraagtekens achter die vrijheid: “Jezus, dit hele land heeft ADHD. Holland is zwaar in de puberteit gekomen. We zitten onder de jeugdpuistjes en we denken dat alles mag. Eindelijk hebben de hippies hun zin, alleen worden ze nu in elkaar gerost als ze na twaalven nog op straat zijn.”

Grenzen van het gewenste

Is dit dan ook meteen de boodschap van Paars? Gaat het helemaal mis met Nederland, en is dat de schuld van Fortuyn en zijn zogeheten revolutie? Nee, zeker niet. Paars kent namelijk geen eenduidige boodschap. De acteurs spelen op verschillende niveaus, spel en realiteit lopen door elkaar en iedere scène wordt een ander standpunt ingenomen. Auteur en regisseur Don Duyns tast in Paars de grenzen van het maatschappelijk gewenste af.

Chaos

De voorstelling begint met een analyse van het nog te spelen stuk. Acteurs Juda Goslinga, Dennis Költgen en Jef van Gestel zitten achter een tafel met microfoons: het beeld van een politieke persconferentie. De acteurs spelen zichzelf, of in ieder geval acteurs met dezelfde namen als zij hebben. Juda opent de persconferentie: hij vertelt aan zowel de zaal als de personen naast hem dat hij twijfelt. Hij twijfelt over de titel van stuk. ‘Paars’, het pretendeert zo veel. Hij weet niet of ze dat wel waar kunnen maken. Dit ontaardt meteen al in chaos. En de chaos duurt voort: Jef staat alleen op het podium en spreekt tegen het publiek. Tegelijkertijd neemt Harm van Geel, de vierde acteur, plaats op zijn stoel om rustig te bellen. “Godverdomme, klootzak! Kom met je klotereet van mijn klotestoel af, ja!” “Ik zit met mijn klotereet waar ik wil zitten, ja!” De toon is gezet: in Nederland is opeens iedereen mondig en dat komt ons land niet altijd ten goede. Vroeger waren de mensen bang hun mening te uiten, nu zijn ze bang zich niet te uiten. Alles moet gezegd worden, of het nu nut heeft of niet.

Politieke zevenmijlslaarzen

Door deze scène, en met de tirade tegen het puberende Holland, lijkt Paars met terugwerkende kracht sterk stelling te nemen tegen de onstuitbare drang alles te kunnen en willen zeggen. De ene grote mond lokt de andere uit, en zie wat er met Van Gogh is gebeurd. Maar hoewel dit nu de meest in het oog springende stukken zijn, wordt ook de zwijgcultuur van pre-Fortuyn gehekeld. Het kleine, kaboutereske Nederland waar alles in den minne werd geschikt, waar niets eerlijk en oprecht plaats had.

Kopspijkers

Paars stormt met zevenmijlslaarzen op soms hilarische wijze door tien jaar politieke geschiedenis. De verkleedpartijen zijn daarbij niet van de lucht, wat resulteert in prachtige typetjes. Dennis Költgen is vooral goed als hij een zielige, ongeschikte Melkert neerzet en Harm van Geel blinkt uit als Pim Fortuyn: intonatie, mimiek, handgebaren, uiterlijk: het is allemaal even echt. Als Költgen op den duur binnenstapt als Els Borst dreigt even het platte Kopspijkers-cabaret, maar dan grijpt Jef in: “Wat willen we eigenlijk met deze voorstelling?” vraagt hij zich hardop af. Alle vier de acteurs blijken iets anders te willen zeggen, en al die visies worden uiteindelijk ook geventileerd.

Een antwoord op de vraag hoe de maatschappij er aan toe is, biedt Paars niet, maar dat is juist de kracht van Growing up in Public. Net als in producties als The Buddha family en Mozes. De musical belicht het gezelschap actuele discussiepunten van verschillende kanten. Er wordt niet gemoraliseerd en geen mening opgedrongen: als je de zaal uitloopt ben je nog niet klaar met de voorstelling. Dan pas begint de discussie met jezelf en met de andere bezoekers.

Paars wordt nog tot en met 17 december gespeeld.