Theater / Voorstelling

Nog wat tijd nodig

recensie: Lab 3

.

LAB 1, 2 en 3 is een mobiel, choreografisch laboratorium voor onderzoek en ontwikkeling. Afgelopen donderdag stond de laatste uit deze reeks, Lab 3, in de Melkweg. Andrea Boll, choreografe en voormalig oprichtster van het inmiddels opgeheven Hans Hof Ensemble, boog zich met haar dansers over het thema ‘onverschilligheid versus kwetsbaarheid’ en over de thematiek van het buitenlander-zijn. Wat is het buitenland als je al heel lang in een ander land woont en wat is dan je thuis?

~

Vijf dansers betreden het toneel met klapstoelen en een oranje tafeltje. Ze draaien de klapstoelen driftig in het rond – een element dat ook te zien was in de eerdere Labvoorstellingen – en daarmee een terugkomend motief vormt. Vervolgens verplaatsen ze met grote snelheid de stoelen en het tafeltje door de ruimte. Ze houden nauwelijks rekening met elkaar en zoeken voortdurend naar een plekje rond de tafel, dat vaak door de dynamische danser Peter Kádár wordt afgepakt of wordt verstoord.

Op de achtergrond speelt live het orkest ‘de ereprijs’. Het orkest blijkt wat later in de voorstelling geheel geïntegreerd: de dirigent praat mee in de discussies met droge opmerkingen: “Wat u zojuist heeft gehoord is de compositie van …”

Slordige monologen

Dialogen en monologen worden afgewisseld met energieke dans. Het bewegingsmateriaal bevat een aantal rare mimische vormen: een tong wordt uitgestoken, een mond groot opengetrokken, iemand lijkt in zijn neus te peuteren. Het experiment is duidelijk te zien maar komt niet helemaal tot zijn recht. Het thema onverschilligheid is bewust dan wel onbewust te letterlijk aanwezig en is te vervangen door het begrip slordigheid. In de dialogen hoor je een aantal buitenlandse accenten, verkeerd uitgesproken woorden en zinnen met een rare zinsopbouw. Omdat de thematiek ook gaat over het buitenlander-zijn is het wellicht beoogd door de choreografe, de dansers hebben immers ook een dubbele nationaliteit, toch is het storend. De monologen lopen niet lekker en zouden zeker wat dramaturgisch advies kunnen gebruiken. Ook het toneelbeeld laat te wensen over: een herkenbaar Ikeatafeltje en kleding die iedereen vooral zelf prettig vindt om aan te trekken. De orkestleden en de dansers dragen vale trainingsbroeken, T-shirts met tijgerprintjes en roze batikmotiefjes. Tot slot zijn de heftige mimische vormen niet te plaatsen in het andere bewegingsmateriaal en is het constant elkaar in de rede vallen en niet laten uitpraten voor de hand liggend. De voorstelling blijft onbegrepen maar ook wat voorspelbaar.

Wat overeind blijft is de stijl van de zelfrelativering van het Hans Hof Ensemble, de laconieke grappen en de virtuoze bewegingen. Door dit alles is het brouwsel zeker vermakelijk te noemen. Er heerst een relaxte sfeer waarin prestatiedruk geen grote rol heeft gespeeld.

De frisse start van Andrea Boll was zeker geen slechte beslissing maar heeft wellicht nog wat tijd nodig. Het wordt niet voor niets een experiment genoemd.

In november zal de nieuwe voorstelling Lost & Found van Bollwerk te zien zijn.