Theater / Voorstelling

Een zolder als speeltuin

recensie: Loft (7 Fingers)

Traditionele, ouderwetse acrobatiek is niet leuk. Omdat die oubollig is, omdat de bijbehorende muziek niet deugt, omdat de kostuums te gelikt zijn en de kunstjes uitgekauwd. Een heel ander verhaal wordt een voorstelling van zeven acrobaten als ze een levende DJ op het podium zetten die een breed scala aan muziek ter plaatse bij elkaar mixt. En als de in ondergoed geklede acrobaten vervolgens de meligheid van hun vak zelf op de hak nemen. Bij zo’n zootje ongeregeld wordt acrobatiek vooral grappig. Loft, door The 7 Fingers, is een mengelmoes van slapstick, acrobatiek, moderne dans en disco.

~

Een springerige jongen met piekhaar staat bovenop een kolossale Amerikaanse koelkast. Hij mikt op een schuimplastic stoel die een eindje bij hem vandaan op de grond staat. Hij gaat bovenop die stoel duiken, gebaart hij. Lijkt geen goed plan: die jongen gaat zijn nek breken. Hij wordt gered doordat er van binnenuit op de deur van de koelkast wordt geklopt. Een meisje doet de koelkast open. Een heel stel toeschouwers komt door de koelkastdeur op het podium terecht: deze mensen kwamen te laat voor de voorstelling en ze mogen nu alsnog de zaal in. Ze krijgen van het meisje een kus en een appel: welkom in het huis van The 7 Fingers. De toeschouwers mogen naar hun plek, de aandacht gaat weer terug naar de koelkast. De jongen die er nog altijd bovenop staat, duikt. Recht met zijn neus in de schuimplastic stoel.

Kwak humor

~

De toon is gezet, we weten wat we bij Loft kunnen verwachten. Zeven Canadezen, een afsplitsing van glamourgroep Cirque du Soleil, brengen een jonge-honderige, brutale vorm van acrobatiek. Die zou op zichzelf snel gaan vervelen, ware het niet dat The 7 Fingers het niet laten bij acrobatiek alleen. Ze gooien er niet alleen een flinke kwak humor bij, ze doorsnijden hun waaghalzerij ook met moderne dans, met slapstick, met zang en muziek. Extra attractie vormt de muziek van de mallotige DJ Pocket, die tegelijk dienst doet als human beatbox. Trommelend op zijn borst ontlokt DJ Pocket de vreemdste geluiden aan zijn stem.

Samen leven

Het decor stelt een zolder- annex huiskamer voor, type studentenhuis. Er staat een meerpersoonsbed en een grote ronde eettafel. Er is een badkuip waarin geregeld meerdere mensen zitten. Er hangt een hangmat, er zijn lampjes en kralengordijnen. Hier wonen ze, is het verhaal. Maar vervolgens doen The 7 Fingers met dat idee van ‘samen leven’ niet zo veel, het verhaaltje is te dun. De voorstelling blijft steken in een aaneenschakeling van korte acts. Die zijn vaak op zich wel heel sterk. Zo doet een vrouw een combinatie van moderne dans en acrobatiek in de trapeze. Een ander doet zo’n act in een lange rode doek, een tissue. En eentje maakt een spannende dans in een bundel hangende kettingen.

Temptation

Het enige duidelijke thema is de appel; er worden hier elke avond honderden appels verstouwd. De appel staat voor ‘Temptation’: de verleiding tot de ware kennis door Eva in het paradijs. En voor de ontdekking van de zwaartekracht door Isaac Newton, die een ‘aha-erlebnis’ had toen hij onder een appelboom zat. En heel eventjes passeert Wilhelm Tell de revue, als een meisje een appel op haar hoofd zet.

Patrick

Dat is echter een beetje weinig inhoud voor een voorstelling van anderhalf uur. Bovendien zijn niet alle spelers even sterk. Patrick, de jongen-met-piekhaar die van de koelkast sprong, heeft met afstand de sterkste présence. Hij is niet alleen een goede acrobaat, hij kan ook rolschaatsen, speelt ukelele en zingt met verdraaide stem. En Patrick heeft de lach aan zijn kont doordat hij met zijn clowneske motoriek een optelsom is van Charlie Chaplin en Jim van der Woude, de vroegere Hauser Orkater-coryfee. Als we uiteindelijk toch belanden in traditionele acrobatiek, met een jongen die een trage act doet in het donker op een rijtje verlichte zuiltjes, slaat de verveling toe. Niettemin is Loft leuk en vermakelijk. Niet meer verwachten dan een vrolijk uitje, en je hebt bij The 7 Fingers een prima avond.

Loft is nog tot en met 21 oktober 2004 in de Theaterfabriek Amsterdam te zien.