Muziek / Concert

Schitterende productie rond een onverkwikkelijke affaire

recensie: Chovansjtsjina van Modest Moesorgski @ Muziektheater Amsterdam
Chovansjtsjina

De Nationale Opera bewijst met Chovanstjsjina opnieuw voor lastige producties precies de juiste regisseur en muzikale leiding in te zetten. Deze door andere componisten voltooide collage van scènes van Moesorgski overtuigt als modern muziekdrama. De 19e-eeuwse muziekfragmenten over de politieke en religieuze twisten in het oude Rusland zijn door het artistieke team, de cast en het koor tot een aangrijpende, algemeen menselijke eenheid gesmeed.

Wie wel eens vochtige ogen krijgt bij het spelen van het Wilhelmus weet dat muziek, geschiedenis en vaderlandsliefde een makkelijke cocktail zijn. De aan drank verslaafde Moesorgski heeft in zijn opera’s geprobeerd muzikaal uitdrukking te geven aan zijn liefde voor het altijd tekortschietende, onderdrukte Russische volk.

Bij de viering van de 200e geboortedag van de vernieuwer, tsaar Peter de Grote, in 1872 begon hij aan een opera over de identiteit van Rusland. Hij gebruikte authentieke bronnen, geschreven tijdens de woelingen aan het eind van de 17e eeuw, die leidden tot de absolute macht van tsaar Peter. Het werd Chovansjtsjina, de affaire Chovanski.

Opstand en massazelfmoord

Vele groeperingen vochten onderling, en voor of tegen de tsaren. Een van die groepen was de keizerlijke garde, de streletsen. Hun aanvoerder Chovanski beraamde een staatsgreep, maar zijn plannen lekten uit en hij werd gedood. In dezelfde periode werd de Orthodoxe kerk ondergeschikt gemaakt aan de staatsmacht. Een fundamentalistische sekte, de Oudgelovigen, verzette zich met georganiseerde massazelfmoorden. Een derde groep bestond uit op het verlichte West-Europa georiënteerde adel.

In 1881 schilderde Vasili Soerikov het fel realistische historische tafereel De ochtend van de executie van de Streltsy. De lijken van duizend door tsaar Peter verslagen gardisten werden als afschrikwekkend voorbeeld tentoongesteld bij het Kremlin. Regisseur Christof Loy heeft lang en geconcentreerd naar dit werk gekeken en zich voorgesteld hoe alle personages onwetend deelnamen aan een historisch moment. Zo kwam hij tot een tableau vivant: een groep verklede mensen die gezamenlijk zo’n historische gebeurtenis uitbeelden. Begeleid door de introductie van de opera, Dageraad boven de (rivier) Moskva, trekken ze hun kostuums uit. In de eerste scène vraagt het ongeletterde volk een klerk (mooie rol van Andrey Popov) een proclamatie voor te lezen.

Op het podium ligt een levensgroot dood paard, dat – op de vierde akte na – de hele opera blijft liggen. Een symbool van het lijden van dit onschuldige, ongeletterde volk?

Glijmiddel

Moesorgski was zich er van bewust dat het laten zingen van bronmateriaal door fractieleiders zou uitdraaien op bordkartonnen personages. Als glijmiddel voor een identificatiemogelijkheid verzon hij de rol van Marfa, diepgelovig sektelid, maar ook hartstochtelijk verliefd op de jonge Chovanski, Andrej, en raadgeefster van Golitsyn, westerse hervormer.

Zo houdt Marfa de partijen bijeen in haar melodische, Italiaans aandoende partij. Mezzosopraan Anita Rachvelishvili vertolkt met haar warme timbre en virtuoze meesterschap deze brugfunctie en krijgt een welverdiend langdurig applaus. Verder moeten de prestaties van Gabor Bretz als de intrigant Sjaklovity en Orlin Anastassov als sekteleider Dosifej vermeld worden. Dmitry Ivashchenko lijdt aan verkoudheid, zodat hij niet voluit kan gaan.

Massascènes

Het koor heeft een grote en verbindende functie in deze opera. Massascènes, zelfs met een koperblazergroep op het toneel (mooie prestatie van het uitstekend spelende Nederlands Philharmonisch Orkest) zijn een specialiteit van Moesorgski. Christof Loy heeft de ruimte van het podium benut om tot optimale zeggingskracht te komen.

Russische volksmelodieën, liturgische psalmen, in tertsen en secundes gezongen spreektaal: de componist heeft er alles aan gedaan om de geschiedenis tot leven te laten komen. Dirigent Ingo Metzmacher houdt schijnbaar moeiteloos de koor- en solozangers geïnspireerd. Als aan het slot, na de collectieve zelfmoord van de Oudgelovigen, opnieuw het dageraad-thema uit de introductie klinkt, trekken de personages hun historische kostuums weer aan en verstarren in het beeld waar ze voor de duur van vier uur overweldigende muziek uit gestapt zijn.

Voorstellingen op 1, 4, 10, 13, 16 en 20 maart.