Theater / Voorstelling

“Prozac Palace” steekt de draak met links en rechts.

recensie: Het Pijpcollectief - Prozac Palace

Hamburgeretende hotelgasten of Dostojevski-lezende yuppen: niemand blijft gespaard in Prozac Palace, een ironische blik op de kloof tussen hoge en lage cultuur.

 

Ivoren toren

“Hoe kunnen we met elkaar samenleven als we vastklampen aan onze vooroordelen en elkaar blijven ridiculiseren?” Met deze vraag ruilde het Pijpcollectief (HKU-alumni Lisanne van Aert, Lotte Lola Vermeer en Wessel de Vries) Amsterdam een paar dagen in voor Almelo. Preston Palace, om precies te zijn: een all-in hotel en uitgaanscentrum, compleet met botsauto’s, karaokeavonden en een subtropisch zwemparadijs. Als het Pijpcollectief de gasten voor ons beschrijft, is het even zoeken naar hun insteek. Zijn ze zich bewust van hun neerbuigende houding? Wordt dit een avondje waarin wij, links theaterpubliek in het hart van de Randstad, schaamteloos lachen om de oppervlakkigheid en truttigheid buiten onze bubbel? Of wordt er een spelletje met ons gespeeld?

Dat laatste natuurlijk. De links-elitaire houding van van Aert en Vermeer wordt zo uitvergroot, dat het een commentaar wordt op de ivoren toren waarin zij (en wij) de gasten van Preston Palace bekijken. Wessel de Vries – vermoedelijk undercover in knuffelberenpak – kiest ervoor om Preston Palace echt te begrijpen. Waar Van Aert en Vermeer niet kunnen wachten om terug te gaan naar Amsterdam, besluit hij te blijven en het contact met hen te verbreken.

Waar is Wessel de Vries?

De afwezigheid van De Vries en het andere perspectief waar hij voor staat is een gemis in deze voorstelling. Prozac Palace maakt een boog van spot naar zelfreflectie. Dat laatste wordt sterk vormgegeven in het slotbeeld: een bonkende dancetrack waarin verschillende iconen van de grachtengordel – van Jort Kelder tot de Groene Amsterdammer – de revue passeren. We kunnen niet uit onze filterbubbel kruipen, zo lijkt het Pijpcollectief te suggereren. Het enige wat dan rest is een ironische blik op ons eigen elitarisme. Zelfspot is echter iets waar links doorgaans niet zo veel problemen mee heeft;  zie eerdergenoemde Jort Kelder. De andere kant begrijpen, zoals de Vries probeert te doen, is een stuk lastiger. Door dit niet te doen verliest Prozac Palace aan nuance. Het slaagt er prima in om het onbegrip tussen ‘hoge’ en ‘lage’ cultuur te belichten, maar had nog een stap verder kunnen gaan.