Boeken / Fictie

Postkoloniaal Afrika als koortsdroom

recensie: Mia Couto (vert. Harrie Lemmens) - De bekentenis van de leeuwin

In zijn nieuwe roman De bekentenis van de leeuwin ontleedt Mia Couto de gemoedstoestand van hedendaags Mozambique. Een koortsdroom.

In 2016 publiceerde Querido Vrouwen van as, de eerste Nederlandse vertaling van Mia Couto. Een zinderend en verleidelijk verhaal over de pijnlijke koloniale verhouding tussen Portugal en Mozambique, met schwung en beheersing vertaald door Harrie Lemmens. Het succes moet naar meer gesmaakt hebben: krap een jaar later is nu De bekentenis van de leeuwin verschenen. Het tijdsframe is verschoven van eind negentiende eeuw naar de moderne tijd, wat de problematiek mogelijk nog urgenter maakt.

Bijgelovige dorpsbewoners

De bekentenis van de leeuwin gaat over het door leeuwen geteisterde dorpje Kulumani. Nadat de beesten haar zus doden, wordt Mariamar Mpepe door haar familie in huis opgesloten. De maatregel moet haar beschermen, maar sluit de 32-jarige vrouw ook op met dromen en angstige beelden. Het dorp schakelt intussen de hulp van Arcanjo Baleiro in, een jager die naam gemaakt heeft door een grote krokodil te doden.

De vraag rijst wat er precies gaande is in Kulumani: hebben de bijgelovige dorpsbewoners de leeuwen misschien verzonnen? Of zetten zij de moorddadigheid van de dieren aan? Wat is er vroeger gebeurd? Couto voert de spanning geleidelijk op, in soms lyrisch en vaak benauwend proza. De laatste jaren wordt Couto genoemd als mogelijk winnaar van de Nobelprijs voor de Literatuur, en je kan zien waarom: De bekentenis van de leeuwin bevat passie, ideeën over de omgang tussen heerser en overheerste en een sterke schrijfstijl.

Koloniaal denken

Toch bevalt niet alles aan dit boek. Wat in Vrouwen van as nog vernieuwend was, voelt in De bekentenis van de leeuwin al wat gebruikt aan. De tentstokken steken door het doek heen. Beide romans maken gebruik van eenzelfde soort vertelmechanisme en vertelsituatie. Met dezelfde verhaalelementen: een dorpje in het oerwoud of op de savanne, ver weg van de zogenaamd beschaafde wereld. Eén verhaallijn volgt een meisje in dat dorpje, die op haar manier bevoorrecht is, bijvoorbeeld omdat ze Portugees spreekt en op die manier met soldaten en de koloniale macht kan praten. In de andere verhaallijn staat een witte Portugees centraal, die naar de afgelegen plek komt om orde op zaken te stellen. Beiden vertellen hun versie van het verhaal, dat al snel niet zo eenduidig blijkt te zijn.

Deze opzet stelt Couto in staat verschillende perspectieven met elkaar te contrasteren, opposities te verkennen en ze uiteindelijk uit elkaar te halen. Koloniaal denken is gestoeld op binaire tegenstellingen: wit/zwart, man/vrouw, centrum/periferie, beschaafd/barbaars, waarbij altijd een hiërarchie wordt aangebracht tussen de termen. Couto is een postkoloniale schrijver in die zin dat hij zijn romans wel begint bij dergelijke tegenstellingen, maar de personages vervolgens altijd dwingt om met de billen bloot te gaan. Er lopen meer lijnen en relaties tussen de personages dan ze in eerste instantie dachten en dan de lezer gepresenteerd kreeg. In De bekentenis van de leeuwin is de heerser niet alleen geen heerser zonder de overheerste, hij bestaat helemaal niet.