Boeken / Poezie

Het poëtische oog van Cees Nooteboom

recensie: Cees Nooteboom - Monniksoog
Nooteboom - Monniksoog - uitgelichte afbeelding van waddeneiland

Er verschenen dit jaar niet één, maar twee boeken van Cees Nooteboom. Naast de roman 533. Een dagenboek publiceerde hij ook de poëziebundel Monniksoog. Hier zien we Nooteboom op z’n best.

Monniksoog valt te lezen als 33 losse, maar samenhangende gedichten, of als één langere meditatie. Zoals alles in deze bundel, of eigenlijk zoals alles in het werk van Cees Nooteboom, lijkt een simpel gegeven als het aantal gedichten in een bundel vol betekenis. 33 gedichten, één meditatie, het ‘monnik’ in de titel: de christelijke symboliek is overduidelijk. Moeten we hier aan Jezus denken?

De stilte van het strand

Monniksoog is geschreven op of in ieder geval over het eiland Schiermonnikoog. Over de stilte van het strand, over wind en water, de herinnering aan vroeger en zij die nu overleden zijn: onderwerpen waar Cees Nooteboom vertrouwd mee is, waarvan zijn oeuvre doordesemd is en waar hij met schijnbaar simpel gemak de diepste wijsheden uit weet te putten. Hij tovert archetypen tevoorschijn, brengt situaties en gebeurtenissen terug tot een compacte kern, om die kern vervolgens open te trekken.

Dit is een hecht gecomponeerde bundel. Elk gedicht, behalve het laatste, bestaat uit dezelfde structuur: drie kwatrijnen, afgesloten door een halve regel. Van een specifiek rijm is niet echt sprake, zinnen lijken her en der ook redelijk willekeurig afgebroken. Daarmee lijkt het op het proza in 533, dat ook het midden uit tussen roman, prozagedicht en autobiografie.

Orion

Alleen het laatste gedicht, nummer 33, wijkt af. Het begint met een sfeerschets, ‘Nacht aan zee. Maan op de vlucht, / een geliefde in flarden.’ Een je wordt aangesproken, uit wiens jeugd twee vrouwen aangelopen komen, ‘ze horen bij je geheim’. Nooteboom spreekt zijn vroegere ik toe, misschien. Orion, het naar de mythische Griekse jager vernoemde sterrenbeeld, komt langs: hij is ‘je vriend in dit enige / bestaan’. Met drie keer de regel ‘Het geruis van de zee’ sluit dit gedicht af, en daarmee Monniksoog.

Wat gebeurt er in dit gedicht? Het idee van een verbeeld verleden dringt zich op: jeugd, geheimen, alsof de geschiedenis van de spreker op het strand tot leven komt en aan zijn geestesoog voorbijtrekt. Pijnlijk. Wat overblijft, of misschien is het juist de achtergrond bij dit soort mijmeringen, is de zee. De zee omringt het eiland, elk eiland, en het eeuwige komen en gaan van eb en vloed is een prachtig contrast met menselijk navelstaren. Een melancholisch einde voor een prachtige bundel.

Vooral een dichter

Is Monniksoog een christelijke bundel? Het is Cees Nootebooms gave dat hij zo goed schrijft dat dat gegeven er tegelijkertijd wel en niet toedoet. Nooteboom is vooral bekend als schrijver van romans en reisverhalen, maar is misschien bovenal een dichter. Zijn poëtisch oog is nergens beter zichtbaar dan in Monniksoog.