Boeken / Fictie

De plot en de vergeetbaarheid

recensie: Yannick Dangre - De idioot en de tederheid

Aan alles merk je dat Yannick Dangre, het ‘wonderkind in het verborgene’, een schrijver is: zijn taal is soepel, zijn stijl zelfverzekerd, zijn gevoel voor ritme onovertroffen. Hoe jammer dan toch dat de plot van De idioot en de tederheid zo ondraaglijk licht en vluchtig is.

Het boek begint nochtans veelbelovend mysterieus: de jonge schrijver Tristan gaat op bezoek bij zijn oom Arthur in Zuid-Frankrijk, waar die hem vraagt zijn levensverhaal op te tekenen. Als lezer heb je meteen vragen: Wat doet Arthur in Frankrijk? Wat is er gebeurd tussen hem en zijn broer Frank? Waarom wil hij dat de familiesaga op papier wordt gesteld? Die intro vermeldt ook een datum die Arthur als ‘de belangrijkste uit zijn leven’ bestempelt, en waar we later in het boek het fijne van te weten zullen komen. Een cliffhanger die binnenkomt.

Helaas maakt de rest van De idioot en de tederheid die broeierigheid en dat mysterieuze te weinig waar. Wat zich na die eerste pagina’s ontvouwt, is een familiekroniek die niet echt diep snijdt, met iets te veel voorspelbare ingrediënten: broers die in onmin vallen, tirannieke vader, getormenteerde moeder wiens leven in het teken van verwelking staat, een mentaal zwakbegaafd kind, scheidingen, ziektes, en wat nog meer. Uiteraard zijn dit allemaal zaken die nu eenmaal in families voorvallen, maar omdat het allemaal in zo’n rotvaart wordt verteld en dus een opeenstapeling van ellende lijkt, mist het zijn doel. Op die manier doet Dangre de meermaals geciteerde zin van Tolstoj, dat elk ongelukkig gezin op een unieke manier ongelukkig is, geweld aan – het lijkt allemaal al een keer verteld te zijn.

Man met losse handjes

Het grote voordeel is dat de plot niet kabbelt, maar voorbijraast. Dangre, die zich aan het begin van zijn schrijfcarrière nadrukkelijk spiegelde aan Jeroen Brouwers, heeft nu resoluut het verhaal laten domineren op stijl. En een verhaal vertellen, dat kan hij. Met als gevolg dat er in het boek geen rustmomenten zijn en je het voor je het weet uit hebt. Maar daarin schuilt een ander nadeel: door die gejaagde verteltrant, maken bepaalde scènes een wat potsierlijke indruk omdat ze de tijd niet krijgen zich te ontvouwen. Zo bijvoorbeeld deze wat lachwekkende seksscène, die wel in fast forward lijkt verteld:

‘Jessica duwde haar borsten in mijn gezicht terwijl haar vochtige geslacht samentrok, met lange, plagerige halen. Toen haar linkerhand zachtjes mijn balzak begon te kneden, voelde ik dat ik het niet meer zou houden, mijn zaad spoot in een intens genotsvolle flits uit me weg.’

Wat het boek toch enigszins de moeite maakt, zijn de prachtige bedenkingen die er hier en daar in worden rondgestrooid. Met deze als absolute uitschieter:

‘Zodra geliefden ontdekken dat de ander niet van hen houdt om dezelfde redenen als waarom ze van zichzelf houden, is de relatie gedoemd.’

Maar helaas bevat De idioot en de tederheid veel te weinig van dit soort pareltjes. Je klapt het boek dan ook dicht met een ‘mja’, in plaats van een ‘wow’ of ‘bah’. En die onverschilligheid is doodjammer, want nogmaals: dat Dangre kan schrijven, staat vast.

(Lees hier ook ons interview met de schrijver!)