Boeken / Fictie

Op zoek naar de verloren garage

recensie: Patrick Modiano - Trilogie van een beginnend schrijverschap

Met drie indringende novelles geeft de Franse schrijver en Nobelprijswinnaar Patrick Modiano een beeld van de kernthema’s in zijn hele oeuvre. De chaos in en na de Tweede Wereldoorlog en de verwarring van achtergelaten kinderen; het verdwijnen van mensen, voorwerpen en adressen; het obsessieve speurwerk van de hoofdpersoon – altijd dezelfde – in een poging te achterhalen wat er gebeurd is. Deze zoektochten vormen het raamwerk voor de groei naar volwassenheid en schrijverschap.

De drie delen spelen zich af in verschillende periodes in het leven van de verteller. In het eerste verhaal, Verdaagd verdriet, woont hij samen met zijn jongere broer bij vrouwelijke kennissen van zijn ouders in een voorstad van Parijs. De vader komt zo nu en dan op bezoek. Het is een wonderlijk huishouden waarin voor de jongens onbegrijpelijke dingen plaatsvinden.

In het tweede verhaal Bloemen en puin blikt de volwassen verteller terug op zijn jeugd om antwoord te krijgen op belangrijke vragen.

Dubbele zelfmoord

Dit verhaal begint in typische Modiano-stijl met een krantenbericht uit 1933 over een dubbele zelfmoord. De verteller vermoedt dat hij als kind iemand heeft gekend, die het omgekomen echtpaar op de bewuste avond nog heeft bediend in een nachtclub even buiten Parijs. Hij komt deze ober later tegen, als clochard die in het buurtpark slaapt. Weer later heeft de clochard een mooie baan bij Air France en een naam – Philippe de Pacheco – die toch weer vals blijkt te zijn. De hoofdpersoon zoekt in oude krantenarchieven en telefoonboeken. Hij bezoekt Pacheco’s vroegere werkgevers, omdat deze mogelijk iemand gekend heeft die indertijd zijn vader hielp ontkomen aan de nazi’s in bezet Parijs.

‘Zonder er erg in te hebben begon ik aan mijn eerste boek. Deze aanzet tot schrijven kwam noch uit een roeping voort noch uit een bijzonder talent, maar simpelweg uit het raadsel waarvoor ik werd gesteld door een man wiens spoor ik nooit zou terugvinden, en uit al die vragen die voorgoed onbeantwoord zouden blijven.’

De verteller maakt een lijst van de garages uit een bepaalde buurt, voor en tijdens de oorlog. De redder van zijn vader heeft misschien als automonteur gewerkt. Dan herinnert hij zich dat de kinderoppas Annie – uit de eerste novelle Verdaagd verdriet – hem en zijn broertje placht mee te nemen naar een garage.

‘Ik zie de blaadjes van de bomen langs de straat en die grote, beige fronton weer voor me…’

Hij vindt ten slotte het adres. Maar het beige gebouw is weg.

‘Ze hebben hem samen met alle andere gesloopt, en al die jaren zijn voor mij slechts een lange, vergeefse speurtocht naar een verdwenen garage geweest.’

Obsessie

Modiano legt zich niet neer bij het verstrijken van de tijd waarin alles en iedereen wordt opgeslokt. Met een obsessieve koppigheid bijt hij zich vast in de kleinste aanwijzingen voor verbanden tussen zijn eigen jeugd en de resten ervan in het hier en nu. Hij moet ermee doorgaan, want zijn identiteit staat op het spel. Steeds doemen dezelfde vragen op in de eerste twee verhalen.

Waarom verliet zijn moeder hem en zijn broer? Wat deed zijn Joodse vader tijdens de oorlog? Was hij zwarthandelaar, collaborateur, of slechts vervolgde? Hoe kwam hij weg uit het doorgangskamp? Waarom waren de oppasvrouwen uit het eerste deel plotseling weg, het huis leeg en doorzocht door de politie?

De derde novelle, Hondenlente, staat in zoverre los van de eerste twee dat hier een aaneengesloten periode wordt beschreven van een vriendschap met een fotograaf. Deze Francis Jansen, een soort mentor van de verteller, maakt hem duidelijk waarom hij foto’s maakt. Het gaat om het vastleggen van stilte, van een zwijgend verleden. De verteller vermoedt nu hoe hij zou moeten schrijven. Zijn eerste schrijfwerk bestaat uit het nauwgezet archiveren van de enorme hoeveelheid foto’s van Jansen. Zo leert hij zichzelf het verleden in kaart te brengen. Ook Jansen verdwijnt plotseling en zonder opgaaf van reden.

Parijs als metafoor

Op geen enkele vraag komt een antwoord. De mysteries blijven onopgelost maar de hoofdpersoon wordt zich door alle detectivewerk langzaam bewuster van zijn eigen gerafelde geschiedenis. In zijn zoektocht is het stratennetwerk van Parijs metaforisch gebruikt. Straatnamen, routes, metrostations – het zijn sleutelwoorden die de herinneringen in gang zetten. Daardoor is Modiano voor iedereen die hem met aandacht leest, een gids op de eigen levensweg. We hebben allemaal onze eigen namen, plaatsen en sleutelmomenten en het zorgvuldige, eenvoudige proza van Modiano vormt daarbij een unieke wegwijzer.