Muziek / Album

Het BreakOut!ste bandje van Italië

recensie: Zen - Wondering

Alsof de Italiaanse band Zen je steeds weer op het verkeerde been wil zetten. Want terwijl de bandnaam impliceert dat we hier op z’n minst met rustieke (pop)muziek te maken hebben, geeft het cartooneske cd-boekje weer een veel lichtvoetigere indruk. In werkelijkheid maakt de band echter ‘slechts’ recht-toe-recht-aan rock. Hoewel, recht-toe-recht-aan is het niet helemaal. Zen maakt namelijk een mengeling van de droompop van Vega 4 en (in iets mindere mate) Saybia, de ‘Amerikaanse’ rock van Nickelback of Seether en de meezingpunk van Di-Rect (om maar eens een Nederlands equivalent te noemen).

~

Denk nu niet dat dit een wereldschokkende mengelmoes van stijlen oplevert. Nee, Zen heeft er duidelijk voor gekozen om juist de meest clichématige elementen uit bovenstaande muziekstijlen te combineren tot één geheel. Weliswaar ligt deze combinatie prima in het gehoor, maar het niveau van van Saybia, Seether of zelfs Di-Rect wordt nergens gehaald. In een land waar Eros Ramazzotti, Andrea Bocelli en Laura Pausini als belangrijkste muzikale exportproducten gelden, wordt dit misschien als experimenteel of alternatief beschouwd. Maar in Nederland (hoewel ook geen ‘rockland’ bij uitstek), gaan er al dertien van deze bands in een dozijn. Nee, na enkele luisterbeurten wordt al duidelijk dat Zen wel wat meer peperoni kan gebruiken.

Basriedeltje

En dat terwijl de band zo goed uit de startblokken komt met achtereenvolgens de eerste single Choose To Live en Brand New Day. De opener lijkt nog het meest op de succestrack Heaven Sent van de Nederlandse band F33l3r (waar Zen overigens sowieso veel van weg heeft). Pakkend, commercieel interessant en tóch met een klein scherp randje. Als gimmick sluit de Italiaanse versie van dit nummer (Chi Sorda Chi) de plaat af. Met Brand New Day lijkt Zen zelfs blijk van een vleugje originaliteit te geven, als de track opent met een basriedeltje dat niet zou misstaan in een hip r&b-deuntje. Dit gemengd met de gitaarmuurtjes geeft een verrassend geluid, waarmee in Slave wat meer geëxperimenteerd wordt. Hoewel dit laatste nummer wat minder geslaagd is, zou Zen zich echt kunnen onderscheiden door in de toekomst eens wat verder te gaan bouwen op dit geluid.

Snor

~

Maar helaas, in plaats hiervan volgt een tocht langs derderangse grungedeuntjes en oubollige radiorock. Natuurlijk ontbreekt de gebruikelijke breekbare ballad niet. Tel daarbij op het stemgeluid van de zanger (die net als de andere bandleden slechts bij zijn voornaam wordt voorgesteld), dat nog het meest neigt naar dat van Tim van Di-Rect en je beseft dat we hier waarschijnlijk te maken hebben met de Italiaanse variant van Neerlands BreakOut!ste rockbandje. De bandfoto van Zen, waarop drie strak gestylde jongens, plus een opgeschoten hippie (voor het muzikale aandeel) te zien zijn, spreekt wat dat betreft al boekdelen. Eén schrale troost: als je deze plaat dan toch koopt voor het boekje, let dan in ieder geval even op de snor van bassist Lupin. Fouter kom je ze namelijk niet vaak tegen.