Muziek / Album

Een belofte ingelost

recensie: Woost - Colour My Skin

De band stond al een tijdje te boek als een van de grootste beloftes van het Nederlandse clubcircuit. Met debuutalbum Colour My Skin lijkt Woost, geformeerd rond de van oorsprong uit Stadskanaal afkomstige zanger/gitarist Koen-Willem Toering (ex-Grote Prijs winnaar A Pin’s Fee) zijn belofte eindelijk in te lossen. Technicus Frans Hagenaars (Ceasar, Bettie Serveert, Evil Superstars) bood de helpende hand en stelde zijn studio twee weken ter beschikking. De productie deden ze uiteindelijk zelf. Uitgebracht op het eigen label In Goat We Trust, alles volgens het welbekende do it yourself-principe.

~

Woost werd in 2002 opgericht als toen nog tijdelijk project. Net zoals Krezip een product van de Tilburgse Rockacademie. In tegenstelling tot Govaert en co. gelukkig wel de moeite waard. Eerste wapenfeit: de zelfgeproduceerde EP Red (gemixt en gemastered door Pieter Kloos). Een ritmesectiewisseling betekent de start van een jongensboek. Inmiddels speelt Woost in de volgende bezetting: leadzanger/gitarist Koen-Willem Toering, gitaristen Gijs Coolen en Jesse Klaasse, bassist Erik Harbers en drummer Pieter Holkenborg. Een bezetting met drie gitaristen doet wat overdadig aan, maar het moet gezegd: een brij wordt het nooit.

Melancholieke sfeer

De referentiebronnen zijn divers. In de hardere passages klinkt vooral de grunge van Smashing Pumpkins (Restless), als er gas wordt teruggenomen Radiohead, Motorpsycho en de jazzrock van het uit Boston afkomstige Karate (Boywonder, This Mess, Words are Meaningless). In eigen regio zou je kunnen denken aan Lawns laatste album Backspace, het vorig jaar verschenen debuut van Noor (My Perfect Concubine) en in de rustigere gedeeltes bijvoorbeeld Audiotransparent: allemaal bands die het moeten hebben van het neerzetten van een melancholieke sfeer. In dit geval een combinatie van psychedelische jaren 70 pop en jaren 90 grunge die gelukkig nooit verveelt. Desondanks vaart de band muzikaal gezien een moeilijke koers. Het is beslist geen vrolijke muziek. Je kunt het jezelf gemakkelijker maken. Dat Woost daar niet voor kiest, tekent de eigenzinnigheid van de vijf jonge knapen.

Rudeboy

Dankzij de sterke teksten, de dromerige maar krachtige stem van Toering en het meeslepende gitaarwerk is Colour My Skin een aantrekkelijke cd geworden. De nummers zijn, in vergelijking met de laatste keer dat ik de band zag, een stuk rustiger. De rauwe rand is er wel een beetje af, hoewel Down The Drain bewijst dat men het rocken nog immer niet is verleerd. Met in Alcohol een gastbijdrage van Patrick Tilon, oftewel Rudeboy.

Aan de zoete kant

Op hun website hebben ze het over experiment en vernieuwingsdrang. Daarvan hoor je op Colour My Skin weinig terug, of het moet al de sample zijn in Life is Beautiful, maar reden tot klagen hebben we zeker niet. Toering moet wel oppassen dat hij niet doorslaat in dreinerige potsierlijke Keith Caputo-pop; hier en daar is het namelijk wat aan de zoete kant. Desondanks is Colour My Skin een ijzersterk debuut. Woost is beslist een band om in de gaten te houden! Als ik me niet vergis gaan we nog veel van ze horen. Wanneer Pinkpop-baas Jan Smeets volgend jaar een fiasco zoals dit jaar wil voorkomen, is het wellicht een idee om ook eens in eigen land te gaan grasduinen.