Muziek / Album

Wilco heeft het live-pathos gevonden

recensie: Wilco - Kicking Television

De Amerikaanse band Wilco stond nooit bekend om haar geweldige concertreputatie. Met het vertrek van onruststoker Jay Bennett lijkt er echter een nieuwe harmonie in de band te zijn gevaren die haar live tot grote hoogte stuwt, zo kunnen we horen op de live-registratie Kicking Television.

Eigenlijk mogen we Wilco al lang niet meer tot de Americana-stroming rekenen waar het uit voortkwam. Wilco is een spin-off van Uncle Tupelo, waar Wilco-voorman Jeff Tweedy deel van uit maakte. Bij Uncle Tupelo floreerden nog de banjo’s en mandolines, waarmee het de grote verkenner was van de No-depression beweging (vernoemd naar het debuutalbum), maar Wilco is zich steeds meer in richting van middle of the road gaan bewegen.

Van Americana naar popmuziek

~

Wilco keerde nog wel even terug naar haar wortels met de twee schitterende albums Mermaid Avenue I & 2, waar ze samen met de Schotse folkzanger Billy Bragg bewaard gebleven teksten van folklegende Woody Guthrie weer op muziek had gezet, maar daarna werd de weg naar de popmuziek ingeslagen. Het roots-element is op Kicking Television net als op het laatste studio-album A ghost is born sterk naar de achtergrond verdwenen. Maar in tegenstelling tot deze enigszins overgeproduceerde plaat is de live-registratie van een serie concerten in Chicago rauw en krachtig. Het ene moment suggereert Wilco het pathos van een doorgewinterde stadionband om de luisteraar vervolgens weer in een intieme nachtclub-setting te laten wanen, zoals met het lieflijke Hummingbird.

Gepaste pathos

De plaat opent met Misunderstood van Being there en daarmee hebben we het wat betreft hun eerste twee albums en hun roots wel gehad. De rest van de setlist bestaat voornamelijk uit nummers van de laatste twee albums, Yankee hotel foxtrot en A ghost is born. Veel nummers van A ghost is born hebben baat gehad bij hun live-transformatie. Bijvoorbeeld het breed uitgesponnen Spiders (kidsmoke), dat met de surrealistische tekst nu ook een gepast ronkende live-uitvoering heeft gekregen. Nu blijkt ook hoe goed de muziek van Wilco is en dat deze live ook blijft staan. Hell is chrome, At least that’s what you said en Company in my back kunnen ongetwijfeld uitgroeien tot klassiekers in het pop-idioom.

Het laatste nummer Comment (if all men are truly brothers) is een tranentrekker van funkman Charles Wright waarmee Tweedy – met een bestorven glimlach, zie ik voor me – de show afsluit. Ook met het pathos zit het dus wel goed. Laat je niet misleiden door het geflirt met de popmuziek: Wilco is één van de beste bands van het moment.