Muziek / Album

Type O Negative nog niet op oude niveau

recensie: Type O Negative - Life is Killing Me

Donker, de apocalyps, zwarte outfits en lage stemmen. Dat zijn de beelden die normaal gesproken naar voren komen bij de gedachte aan Type O Negative en de metal/hardrock/gothic-muziek die deze band maakt. Maar het nieuwe album Life Is Killing Me roept die associaties net niet helemaal op.

~

Dit is het vierde album (verzamelaar The Least Worst Of buiten beschouwing latend) van het viertal uit Brooklyn, New York, dat nu zo’n jaar of tien actief is. In 1993 verscheen het eerste album, Bloody Kisses, in 1996 gevolgd door October Rust. Deze albums leverden Type O Negative (terecht) een behoorlijke schare fans op wereldwijd. De humor, de seksuele spanning en de verwijzingen naar occultisme en rituele magie maakten van deze albums interessante genrevoorbeelden en beloofden veel goeds voor de toekomst van de band.

Ontwikkeling

Echter, zo rond 1998/1999 ging het mis. De boomlange zanger en bassist Peter Steele, met zijn zo karakteristieke stemgeluid, belandde in een crisis door persoonlijke problemen en het verlies van enkele naasten. Tijdens die situatie werd het in 1999 uitgegeven World Coming Down opgenomen. De titel van dat album zegt in feite genoeg, jammer was het alleen dat de muzikale ontwikkeling van de band duidelijk een halt was toegeroepen. Steele en consorten, gitarist Kenny Hickey, drummer Johnny Kelly en toetsenist Josh Silver, geven nu openlijk toe ontevreden met dat album te zijn. Daarom hebben ze, naar eigen zeggen, geprobeerd met Life Is Killing Me een album te maken dat ergens tussen de eerste twee albums in ligt.

Potenrammers

En daarin zijn ze gedeeltelijk geslaagd. De sfeer is er, het stemgeluid ook, de thematiek is zo nu en dan hetzelfde, evenals de zwartgallige humor. Maar het geheel komt wat geforceerd over. Dat de teksten niet altijd politiek correct zijn, zoals bij het nummer I Like Goils, dat duidelijk bedoeld is om nou niet bepaald sympathiek tegenover homoseksuele mannen over te komen, is een beetje voorspelbaar. De band is al eerder voor dergelijke uitlatingen op de korrel genomen, dus kun je je afvragen of er hier niet sprake is van een herhaling van het foefje. Neem het instrumentale Loud en Queer, dat dient als intro voor I Like Goils. Vanwaar die titel? Beetje onnodig.

Oehoehoe

Een beter muzikaal niveau wordt bereikt met bijvoorbeeld Todd’s Ship Gods (Above All Things). De lekker pakkende riff en de meeslepende melodie- en zanglijn geven een mooi ruimtelijk gevoel. Minpuntje is alleen het ‘oehoehoe’ gezang dat over het algemeen genomen niet geassocieerd wordt met stoere mannen in zwarte kleding. Nettie opent lekker donker, zware riffs drijven het nummer voort, terwijl het atmosferische geluid van Josh Silver voor wat meer diepte zorgt. Zo kennen we Type O Negative. En, toegegeven, uiteindelijk is er dan de zwarte humor bij Angry Inch, een nummer dat gaat over een sekse-operatie die niet helemaal goed is verlopen.

Dit album zorgt voor tweeledige gevoelens. Aan de ene kant is het goed weer eens wat van Type O te horen, maar aan de andere kant is het jammer dat wat te horen is, een beetje tegenvalt. Artistieke hoogstandjes hoeft men van deze band niet te verwachten, maar een redelijke mate van groei en ontwikkeling toch wel. En juist bij een album dat voor de fans bedoeld is, is dat een gemis.