Muziek / Album

De zakken van Tom Waits zijn geleegd

recensie: Tom Waits - Orphans

Tom Waits heeft zijn zakken geleegd en de inhoud op tafel gegooid. Hij heeft zijn liedjes als huisraad na een stormvloed uit de boomtakken geplukt. Hij heeft ze bijeen gedreven als kippen op het strand. In dat soort verweesde beelden praat de schorre troubadour Waits over de zesentwintig oude en dertig nieuwe songs die hij samen met vrouwlief en muzikale partner Kathleen Brennan op drie schijfjes liet persen en onder de ontheemde titel Orphans de wereld deed ingaan.

Orphans is als drieluik een staalkaart van het kunnen van de inmiddels 57-jarige Waits. Op cd 1, met de titel Brawlers, is hij de eigenzinnige boogieman, de bluesmuzikant, de schrijver van rudimentaire rockliedjes – in die hoedanigheid maakte Waits furore vanaf zijn sleutelplaat Swordfishtrombones (1983). Waits is op schijfje twee met een twintigtal Bawlers te herkennen als de jazzy cafépianist en -zanger die hij al op zijn vierentwintigste was, getuige zijn debuut Closing Time uit 1973. En op de derde cd is Waits in achttien Bastards grofgezegd de vermakelijke anekdotentapper, de publieksmenner en de griezelaar.

Pulling your leg

Foto: James Minchin III
Foto: James Minchin III

“Lie to me”, smeekt Waits zijn geliefde in het gelijkgetitelde openingsnummer. Deze zucht naar bedrog zou ook weleens toepasbaar kunnen zijn op Orphans zelf. De zesenvijftig opnames klinken bijna zonder uitzondering zo gruizig dat ze uit het interbellum lijken te stammen, alsof Waits zijn liedjes zij aan zij schreef met legendarische bluesmannen als Robert Johnson en Leadbelly. Ook zijn gekoketteer met de zogenoemde volmaakte imperfectie van zijn liedjes, het feit dat ze met plakband aan elkaar hangen – Waits lijkt wel heel naarstig de authenticiteit van zijn composities te willen bewijzen. In werkelijkheid recyclet Waits, als de uiterst bedachtzame moderne muzikant die hij is, de oude blues- en vroege rocktraditie. Hij is deels de manipulator die hij in het slotnummer van Orphans toegeeft te zijn. De plaat besluit hij niet voor niets met de bekentenis: “I’m pulling your leg.”

Door Tom Waits laat je je evenwel graag een rad voor ogen draaien. Ditmaal doet hij dat – zijn eigen hagelnieuwe werk even terzijde geschoven – met covers van de eerdergenoemde Leadbelly, punkgrootvaders The Ramones, de schizofrene singersongwriter Daniel Johnston en componist Kurt Weill. Tegelijk plaatste hij teksten van drankschrijver Charles Bukowski en beatnik-auteur Jack Kerouac op muziek. Daarnaast telt Orphans een groot getal aan liedjes dat eerder als filmsoundtrack figureerde, zoals het mooie Sea Of Love van de gelijknamige productie of Little Drop Of Poison van animatiefilm Shrek 2. Een liedje als Dog Door stond eerder op het album It’s a wonderful life van indiefluisteraar Sparklehorse.

Boerenslim

Orphans opent met verschillende geslaagde brawlers, zoals Bottom Of The World (“The moon’s the colour of a coffee stain”) en het voor Waits’ doen uitzonderlijk politieke Road to Peace. Maar tussen de bawlers van het tweede schijfje, Waits’ prototypische pianoballades, zitten de mooiste momenten van de plaat. De hier kleingehouden liedjes zijn stuk voor stuk uiterst simpel van opzet, de teksten zo nuchter en aards en boerenslim zoals alleen hij ze schrijven kan. Waits ontroert met You Can Never Hold Back Spring en If I Have To Go, maar zeker ook met Down There By The Train. Hierin vertelt hij over de plek waar je als zondaar wordt schoongewassen. De liedjes gaan over jaloezie, eenzaamheid en boetedoening – onderwerpen die regelrecht uit de Amerikaanse bodem zijn opgedregd.

De bastards van het derde, zeer gevarieerde schijfje zijn dan weer het interessantst van karakter. Waits beatboxt, doet vreemde geluiden opklinken, zingt een traditional of bromt wat over het dozijn auto’s dat hij tot op dit moment in zijn leven versleten heeft. Net zoals de plaat in zijn geheel tref je hier een curieus allegaartje aan. Als purist kan je terecht opmerken dat Waits en zijn vrouw zich selectiever hadden mogen gedragen in de drie jaar tijd dat ze Orphans voorbereidden. Maar de aardigheid van het album zit ‘m tegelijk in het speurwerk dat diens wijdlopigheid bij de luisteraar afdwingt om de weeskindjes te vinden die hem of haar het meest aanstaan.