Muziek / Concert

Zweedse folkjuweeltjes

recensie: The Tallest Man On Earth

Met zijn bliksemsnelle, vingervlugge gitaarspel is The Tallest Man On Earth gerust de Lucky Luke onder de gitaristen te noemen. Op overtuigende wijze verkocht de Zweed vrijdagavond zijn authentieke folkmuziek in het praktisch uitverkochte Zwolse theater dat De Spiegel heet.

Een Dylan-achtige stem en een wonderlijke behendigheid op gitaar werden het handelsmerk van een Zweed die opgroeide in een klein plaatsje, tweeënhalf uur rijden van Stockholm. Na drie studioalbums en een paar EP’s is The Tallest Man On Earth, het pseudoniem van Kristian Matsson, binnen het folkgenre gestegen tot ongekende hoogte. Lovende kritieken ontving de songschrijver met name voor Shallow Grave (2009) en The Wild Hunt (2010). In het kader van de dit jaar uitgekomen plaat There’s No Leaving Now staat Matsson vrijdag in Zwolle waar horden enthousiaste dilettanten de theaterstoelen bevolken.

Opperste concentratie
Eenvoudig gekleed in skinny jeans en een hemd betreedt Matsson om kwart over tien het podium. Een oorverdovende stilte houdt de zaal in z’n greep als hij de eerste noten van ‘To Just Grow Away’ de zaal in slingert. In opperste concentratie speelt hij foutloos de eerste liedjes weg. Als wat uitgelaten luisteraars bij ‘Love Is All’ proberen mee te klappen dan schudt Matsson heel subtiel even met zijn hoofd: meeklappen heeft hij liever niet. Van het publiek verlangt hij zwijgende aandacht, wie een uitbundig gebeuren in gedachten heeft kan beter het café opzoeken. De shows van The Tallest Man On Earth gedijen het beste bij totale stilte. Wat dat betreft werkt de theatersetting in zijn voordeel.

Details

~


Gegeven het feit dat Matsson alleen het podium bemant en dus voor alle liedjes maar twee lagen ter beschikking heeft, is het een uitdaging om het publiek anderhalf uur het zwijgen op te leggen. De variatie zoekt hij deze avond in de kleine details van zijn instrumenten. Bijna elk liedje wisselt hij van gitaar. Dan wordt hem een elektrische gitaar aangereikt en dan weer de akoestische. Ook probeert hij de afwisseling erin te houden door achter de piano te kruipen, maar juist bij deze nummers geeft hij ruimte de aandacht te laten verslappen. De kleine Zweed is een fijnzinnige gitarist en boeit stukken minder met de trage en zwaarmoedige pianonummers.

Bewonderenswaardig is de energie waarmee Matsson op het podium staat. Hij werkt zijn repertoire geestdriftig af met zijn kenmerkende acteerstijl. Hij deinst abrupt heen en weer over podium, staat over zijn gitaar gebogen of zit op een stoel. Een beetje theatraal is het soms wel, maar hij wekt in ieder geval de schijn dat hij zich er niet gemakkelijk van af probeert te maken.

Daverende toegift
Als hoogtepunten ‘The Gardener’, ‘Where Do My Bluebird Fly’ en ‘King Of Spain’ voorbij zijn gekomen lijkt de concentratie tegen het einde van zijn optreden desondanks wat te verslappen. Wellicht doordat het toch wel veel van hetzelfde is, of omdat ietsje onrust de zaal insluipt als wat mensen het theater beginnen te verlaten. Meer dan een klein smetje op een overtuigend optreden mag dat niet genoemd worden, want met een daverende toegift van maar liefst vier nummers, waaronder een aandoenlijke uitvoering van ‘Thrown Right at Me’, kun je weinig anders concluderen dan dat de liedjes van The Tallest Man On Earth stuk voor stuk Zweedse folkjuweeltjes zijn.

8WEEKLY MediaPlayer