Muziek / Album

Revolutie zonder invloed

recensie: The Nightwatchman - One Man Revolution

Muzikaal geweld wordt niet altijd door een zeskoppige band gemaakt. Soms is één gitaar en één stem minstens zo veelzeggend. Zo zagen we Tom Morello vorige week in z’n eentje in de Pinkpop-tent staan, en konden we niks anders dan respect opbrengen voor deze zanger. Hij imponeerde het gehele publiek met zijn akoestische protestliedjes. Maar wat schetst de verbazing? Van bovenstaand complimenten blijft op cd helemaal niets over. Het blijkt een eenmansrevolutie met bar weinig invloed.

~

Live blijf je geboeid luisteren naar Morello. Ondanks de uitgeklede en sobere gitaarzang-combinatie. Ondanks een wat vlakke stem, ondanks die eeuwige en soms dus ook best vermoeiende ‘goede’ socialistische boodschap. De titel van z’n debuutplaat is een gewaagde zet. Want in je eentje een revolutie ontketenen, blijft natuurlijk een moeilijke opgave. Eveneens op muzikaal vlak.

Serieuze praktijken

Toch waagt Tom Morello (ex-Audioslave, tegenwoordig weer Rage Against the Machine) zich aan deze taak. En hij neemt deze taak serieus. Zanger en tekstschrijver Chris Cornell van Audioslave moest niets van zijn politieke teksten hebben. Morello wilde juist ten strijde trekken: iets voor zijn medemens betekenen, activisten optrommelen. Daarom stampte hij ooit al samen met System of a Down-frontman Serj Tankian de socialistische organisatie Axis of Justice uit de grond.

Gebalde vuisten

Maar ook Morello moest en zou het solo proberen en zo verscheen onlangs zijn debuut The Nightwatchman: One Man Revolution. Tekstueel is het één grote aanklacht tegen thuisland Amerika. De man is tegen de handelsboycot met Cuba, hij is tegen de oorlog in Irak en tegen oorlog in het algemeen. Hij is anti-Amerika, anti-establishment, anti-alles. ‘Whatever it takes’ vermeldt het opschrift op z’n akoestische gitaar. Maar hoe lang duurt het voordat deze ‘revolutie’ begint te irriteren?

Korte revolutie

Wat mij betreft irriteert deze revolutie al na één live-concert. Want hoor je vervolgens de cd, dan beklijft er weinig meer dan een redelijk opnamegeluid (Brendan O’Brien goes acoustic!). Tuurlijk, je mag als luisteraar blij zijn met de variëteit. Het is weliswaar allemaal (power)folk, maar gelukkig hebben niet alle nummers dezelfde songstructuur en stijl. The Road I Must Travel klinkt Iers. Flesh Shapes the Day en Union Song hebben standaard bluesschema’s, laatstgenoemde met weinig hoogstaande mondharmonicasolo. Toch pakt het me allemaal niet. Hoewel de live-optredens van Morello zo overtuigen, zijn de composities op het album niet meer dan redelijk ingespeeld. De dynamiek in zijn stem die we kennen van zijn optredens is moeilijk te herkennen op dit album, dat niet verassend hoogstaand is gezongen. Strijdbaar? Dat wel. Indrukwekkend? Nee, te weinig. Morello’s eenmansrevolutie houdt op na één live-optreden.