Muziek / Album

Soberheid alom

recensie: The Mountain Goats - Get Lonely

Sinds 1995 heeft John Darnielle onder de naam The Mountain Goats veertien albums uitgebracht. Ja, u leest het goed veertien albums in elf jaar. Tel daar nog een groot aantal ep’s en bijdragen op compilaties bij en een gigantisch oeuvre is daar. Nu zijn niet al deze albums van hoogwaardige kwaliteit, de albums geproduceerd rond de eeuwwisseling hebben er zelfs voor gezorgd dat de fanschare gestaag afnam.

Voor Tallahassee (2003) tekende hij bij het gerespecteerde 4AD (bekend van The Pixies en Red House Painters) en vanaf dat moment telden The Mountain Goats weer mee. Dat de band die in wezen het solo-vehikel is van Darnielle in het begin van het bestaan een van de vaandeldragers van de lo-fi was, valt bij het beluisteren van de laatste albums haast niet meer voor te stellen. Het zeer goed ontvangen The Sunset Tree uit 2005 klonk als een klok en qua productie doet het nieuwe album Get Lonely daar niet voor onder. De nasale stem is nog immer aanwezig en met Get Lonely kan er weer een vrij aardig album op zijn conto schrijven. Een album dat vooral heel sober en ingetogen is.

De aandacht verschuift

(c) Max Gerber/4AD
(c) Max Gerber/4AD

Bij de eerste luisterbeurt kan de luisteraar zich haast niet aan het idee onttrekken dat een groot aantal van de eenvoudige nummers wel heel erg op elkaar lijkt. Bij vaker beluisteren verschuift de aandacht van de muziek naar de teksten. Niet zo vreemd volgens de ware The Mountain Goats-fans die internetpagina’s vol schrijven over de literaire kwaliteiten van Darnielle. Zelf sprak hij vrij uitgesproken over zijn gave als tekstschrijver en de belangrijke rol van zijn teksten in een interview met 8WEEKLY.

De kracht van de sterk verhalende teksten ligt niet aan de oppervlak en openbaart zich pas naar verloop van tijd. Op The Sunset Tree diende mans stiefvader als protagonist (“I drove home in the california dusk // I could feel the alcohol inside of me // Home // Picture the look on my stepfather’s face // ready for the bad things to come”), op Get Lonely is het Darnielle zelf die centraal staat. Het zorgt voor een zeer persoonlijk en introspectief geheel. Daarbij komt dat het merendeel van de plaat een sterk existentialistisch thema heeft, waarbinnen geregeld ‘het wakker worden’ beschreven wordt. En dan vooral het wakker worden als alleenstaande man zoekende naar zingeving. In Maybe Sprout Wings schrijft hij: “a bad dream shook me in my sleep and I woke up sweating”. Woke Up New is exemplarisch voor het thema:

“On the morning when I woke up without you for the first time,
I felt free.
and I felt lonely,
and I felt scared,
and I began to talk to myself almost immediately,
not being used to being the only person there.
Hmmmm.”

Vrolijk wordt het nooit

De keuze voor soberheid in de arrangementen sluit uitermate goed aan bij de thematiek. Al kan Darnielle niet vermijden dat de toch al eenvoudige nummers hierdoor weinig onderscheidend zijn. Het akkoordenschema dat hij gebruikt in Moon over Goldsboro is gewoonweg te voorspelbaar en kan de aandacht niet vasthouden, daar doet zelfs de toevoeging van een zoetgevooisde cello niets aan. In Wild Sage en In the Hidden Places lukt het hem om deze soberheid wel in het voordeel van het nummer toe te passen. Gelukkig zijn songs als New Monster Avenue en Half Dead in staat om de eentonigheid van het sobere enigszins te doorbreken. Vrolijk daarentegen wordt het nooit.

De ingetogen en voorzichtige manier van componeren op Get Lonely valt niet te vergelijken met het eerdere werk van The Mountain Goats, werk waar toch meer urgentie van uit ging. Het zou te makkelijk zijn van hem te verlangen terug te gaan naar die lo-fi-klank van eerder werk, daarvoor kan men gewoon eerder werk kopen. Maar een mooi compromis tussen de huidige hoogwaardigere opnametechniek en de urgentie van het oudere werk zou niet verkeerd zijn. Desondanks is Get Lonely een vrij aardig album, waarvan het creëren een sterk therapeutisch waarde voor Darnielle gehad lijkt te hebben.