Muziek / Album

Agressief en lekker

recensie: Terror - Always the Hard Way

In 2003 zette Terror met hun debuut Lowest of the Low de hardcorescene op zijn kop. De spijkerharde hardcore in de stijl van het oude Agnostic Front, Cro Mags en Madball, overschreeuwd door frontman en brulboei Scott Vogel, was er één met een ‘beuken tot je er bij neervalt’-attitude. De lichte metalinvloeden maakten het geheel nog venijniger en het was dan ook niet heel verbazingwekkend dat Vogel in 2004, vlak voor de tour met Sick of it All, nog thuis zat met een nekblessure. De hardcorefanaat geeft namelijk zelf op het podium en tussen het publiek graag het goede voorbeeld in halsbrekende capriolen.

~

Heel veel tijd had hij niet om te herstellen want het (toen nieuwe) album One with the underdogs moest natuurlijk ook gepromoot worden. Een album dat muzikaal gezien in het verlengde lag van Lowest of the Low, hoewel er net wat meer midtempopassages op te beluisteren waren. Het klonk dus wat gepolijster dan zijn voorganger, maar blies nog steeds iedereen moeiteloos omver. Hoe hoog is de lat gelegd bij het nieuwe album Always the hard way, nu producer Zeuss, bekend van onder andere Hatebreed, achter de knoppen heeft gezeten?

Making of

Zeuss, die naast Always the Hard Way ook Hatebreeds aanstaande album Supremacy produceerde, heeft het album in ieder geval een superbruut geluid mee gegeven. Wat zowel muzikaal als productioneel erg opvalt in vergelijking met beide voorgaande albums, is dat alles wat zwaarder klinkt. De drums zijn in de mix behoorlijk ver naar voren gehaald en je trommelvliezen knallen dan ook dwars door midden van het geweld dat er tegenaan gemept word. Daarnaast klinken ook de gitaren zwaarder dan voorheen waardoor het resultaat net wat lomper is uitgevallen. En dat is wat mij betreft helemaal niet vervelend.

Veranderingen

Muzikaal gezien zit er ditmaal wat meer variatie in de riffs. Dit zou kunnen liggen aan de bezettingwisselingen: gitarist Frank Novinec vertrok naar Hatebreed en werd vervangen door Martin Stewart, en bassist Buske vervangt de vertrokken Carl Swartz. We horen nog wat meer ‘NYHC’-groove in de nummers, maar desondanks blijft de agressie stevig overeind. Toch zijn in sommige nummers nog duidelijk metalinvloeden aanwezig. Neem bijvoorbeeld het intro van Lost, dat bijna terug te leiden valt op Heavy Metal stijlen. De enige vreemde eend in de bijt is eigenlijk het hiphopnummer met Dibbs en Murs, die naast Eddie Sutton (in het nummer So Close to Defeat) en Aaron Knuckles (op You Can’t Break Me) ditmaal de gastoptredens verzorgen.

Het zou mij op basis van dit album niks verbazen als uitsmijters zich wederom het zweet in de bilnaad voelen druipen wanneer ze horen dat Terror weer komt optreden. Always the Hard Way is een verplichte aanschaf voor zowel metalheads als hardcorefreaks.