Muziek voor de verlatenheid
Hoboken, Het eerste album van Templo Diez, was vernoemd naar een klein plaatsje in New Jersey aan de oostkust van de Verenigde Staten. De nu verschenen tweede plaat Winterset speelt zich af in het Midwesten, een derde plaat moet deze trilogie afmaken en zal zich in de richting van de westkust spoeden.
Beeldende muziek
Het reisgevoel dat de albumtitels al in zich hebben wordt op Winterset nog versterkt door de namen van intermezzo’s als Southbound en Westbound. Een voortdurend zoeken naar nieuwe reisdoelen lijkt de onderliggende thematiek te zijn. Winterset is eveneens de titel van een film uit de jaren dertig en de muziek van Templo Diez heeft dan ook een sterk filmisch karakter. Het zou cowboymuziek voor de eenentwintigste eeuw kunnen zijn.
En op één of andere manier blijft Townes van Zandt door mijn hoofd spoken, alsof hij in deze muziek zijn postrockende reïncarnatie heeft gevonden. Er schuilt een zelfde gelukzalige droefheid in de vaak ingehouden en aftastende gitaarexercities van Templo Diez als in de doorploegende lyriek van deze Texaanse troubadour.
De plaat zit vol galm, die de verlatenheid van de Amerikaanse binnenlanden lijkt te suggereren. De stem van de als Fransman geboren zanger Pascal Hallibert is door de vervormer gehaald en slecht verstaanbaar, maar hij zingt met de fluisterende wijsheid van een oude man die je tracht te verstaan. Hij verleidt de luisteraar om steeds dichter bij de boxen te schuiven, alsof er een mythe uit een ver verleden wordt verteld. Na geconcentreerd luisteren vallen de tekstregels uiteindelijk als een wazige puzzel in elkaar: “I’d rise again today” en “It’s true I never mind” hoor ik hem zuchten in No Matter what. Het zijn de fragmentarische cadeautjes waar je uiteindelijk zonder moeite je eigen wereld omheen bouwt.