Muziek / Album

Een aangenaam halfuurtje

recensie: Supergrass - Road to Rouen

.

Neen, dat is het niet, kan ik verklappen nu hij inmiddels al een paar dagen in diezelfde cd-speler vastgekoekt zit. Neem van mij aan, je kunt Road to Rouen gerust als volwaardig album beschouwen. Echter, of er erg veel ‘nieuwe fans’ mee vergaard gaan worden? Ik vraag het me af. En of al die ‘eerste uur’-fans van de I Should Coco-generatie hier wel zo blij mee zijn? Ook dát is de vraag. Want dit nieuwe werk van die onbezonnen rondspring-rockers bevat geen vrolijke uptempo-muziek meer. Verdwenen is ook de onbesuisd lollige pretpunk en hetzelfde geldt voor de vrolijke toegankelijke rockliedjes waar Supergrass zijn (terechte) faam mee vergaarde.

~

Sterker nog, dit nieuwe album spot met alle popwetten. Een opener van meer dan zes minuten waarbij in de eerste twee minuten geen woord gezongen wordt? Mijn eega vond Supergrass best leuk, maar is inmiddels definitief afgehaakt. Weg is die happy happy, joy joy-uptempo rock. Weg zijn die songs zonder zorgen en zonder sores. Supergrass is volwassen geworden. Welkom Road to Rouen, welkom, diepgang en gelaagdheid. Iets dat je van Supergrass tot voor kort wellicht nooit verwachtte. Met recht een indrukwekkende stap naar ‘volwassen worden’.

Rustige, relaxte stijl

De stijl van het complete album? Rustige, relaxte, sferische, serene op piano gebaseerde ballades – met af en toe een gitaargeoriënteerde uitschieter. Neem die eerder genoemde opener Tales of Endurance (Parts 4, 5 & 6). Een Pink Floyd-achtig epos, bestaand uit (zoals de titel natuurlijk al doet vermoeden) drie duidelijk te herleiden gedeelten. In z’n geheel ook een schitterend stuk. Het nummer grijpt tevens een beetje terug naar de eerste plaat van The Alan Parsons Project, Tales of Mystery and Imagination. Dan de single, het zeer rustige, met veel strijkers verfraaide St. Petersburg. Tip: op Roadtorouen.com is de mooie stemmige clip te zien, de Nederlandse clipstations vinden het nummer hoogstwaarschijnlijk toch niet commercieel genoeg.

Roxy Music

Sad Girl is ook zo’n goed pianonummer. Inclusief zeer onverwachte (epische) brug die opbouwt naar het laatste refrein en couplet. Het volgende nummer bevat wederom zwaar aangezette violen. Een gigantische massaliteit en vrij extreme ritmes herinneren onherroepelijk aan Roxy Music. Hou je van die band? Dan zul je dit album zeer kunnen zeker waarderen. De titel van het vierde nummer (Roxy) lijkt zelfs naar deze band te refereren. Coffee in the Pot is, met alle respect, een muzikaal niemendalletje. Bij het titelnummer is de Supergrass-vrolijkheid en onbezonnenheid ver te zoeken. Hou je van een op een Yes-achtige progrockriff gestoelde rocksong? Dan ben je voor altijd verkocht en koop je dit album alleen al blindelings vanwege het titelnummer. Kick in the Teeth (mét Beatle-intro) doet nog het meest denken aan de Supergrass-nummers zoals we die op vorige albums al hoorden. Low C, is wederom midtempo. Wederom een piano-nummer. Wederom die Lennon-fähige galm over die herkenbare Supergrass-stem van Gaz Coombes. Toch absoluut ook mét kwaliteit.

Het moet gezegd, ieder nummer riekt naar Supergrass. Zonder duidelijk van plagiaat beschuldigd te kunnen worden, is Road to Rouen met recht een zeer okay resultaat te noemen. Op z’n Frans gezegd: chapeau! Of de fans blij zijn met deze rigoureuze ommezwaai? Nogmaals, ik vraag het me af. Maar dat lijkt de band zelf niet te deren. Ze wijzigen die muzikale koers gewoon. En dat is op z’n minst dapper. Trouwens, hoe erg is een beperkte albumlengte eigenlijk nog als acht van de negen nummers bovengemiddeld goed zijn? Dan draai je ‘em toch gewoon nóg een keer? Kortom, de muzikale ommezwaai van Supergrass pakt mijns inziens verrassend uit. Dit heet… indrukwekkend volwassen worden. Ik kan niet anders dan zeer nieuwsgierig uitzien naar dat volgende Supergrass-halfuurtje.