Muziek / Concert

Hargrove’s talent, Hargrove’s plicht

recensie: Roy Hargrove in het Bimhuis

.

Hargrove, een van de meeste gerenommeerde trompettisten van dit moment, is een showman. Hij komt op in driedelig pak, inclusief paars vest en gympen. Hij straalt uit dat hij vanavond de baas is. Niet alleen richting publiek, maar ook richting zijn muzikanten. Bij het eerste nummer valt al wel op dat hij daarbij niet constant op de voorgrond hoeft te staan. Hoewel hij nadrukkelijk sturend aanwezig is, laat hij veel ruimte open voor solo’s van zijn bandleden.

Kwalitatief sterk

~


Deze bandleden zijn stuk voor stuk van een hoogstaand muzikaal niveau en vormen dezelfde setting als Art Blakey and the Jazz Messengers, een van Hargrove’s grote voorbeelden. Naast de in de eerste set redelijk afzijdige drummer Montez Coleman en melodieuze altsaxofonist Justin Robinson bestaat de band uit pianist Joel Holmes en bassist Ameen Saleem. Met name die laatste twee laten een paar prachtige solo’s horen, die vooral in de tweede set tot de verbeelding spreken.

Een solo van drummer Coleman doet het minder goed. Misschien omdat Hargrove zelf op dat moment niet bezig is met het concert: hij staat achter op het podium dromend naar buiten te kijken. Je kunt hem geen ongelijk geven want het uitzicht vanuit het Bimhuis is fraai. Maar een bandleider die zo afwezig is oogt op zijn minst vreemd. Goed, Roy is de baas.

De band wisselt tussen heftige bebop, ingetogen nummers (waarbij Hargrove grijpt naar zijn flugelhorn voor een zachter, teder geluid) en de meer funky stijl die we kennen van de Amerikaan. Een van de hoogtepunten is een ‘Chameleon’-achtig nummer, waarbij vooral de baspartij doet denken aan deze Head Hunters-track van pianist Herbie Hancock. Hargrove brengt daarbij eenvoudige licks, maar doet dat met zeel veel overtuiging, flair, en met name zelfvertrouwen.

Van plicht tot feest

~


Hargrove lijkt zich soms echter te verliezen in een soort plichtmatigheid. Hij speelt nu en dan zo nonchalant dat het tegen het arrogante aan hangt, wat ook zijn neerslag lijkt te hebben op de rest van de band. De enige die zich hieraan echt onttrekken zijn Saleem en Holmes. Met name Saleem speelt na de pauze met een grote glimlach op zijn gezicht – alsof hij tussen de sets door genoten heeft van een pretsigaretje.

Hargrove stapt af van de plichtmatigheid in de toegift, die drie nummers duurt. Vooral het laatste is zeer fraai. Alle muzikanten zijn van het podium als Saleem terugkomt en een rond basloopje neerlegt. De andere bandleden volgen een voor een en smelten samen in misschien wel het hoogtepunt van de avond. Hargrove en Robinson lopen dan, nog altijd spelend, richting kleedkamers. Achtereenvolgens volgen Coleman en Saleem, om Holmes alleen te laten. Nog even laat deze horen hoe verfijnd zijn pianospel is – maar dan is het echt afgelopen. Het is toch een feestje geworden. En nu terug de kou in.