Muziek / Concert

Succesvol ZaterdagMatineedebuut

recensie: Rotterdams Philharmonisch Orkest en Nicholas Angelich o.l.v. Yannick Nézet-Séguin

De benoeming in 2008 van de 35-jarige Frans-Canadese Yannick Nézet-Séguin tot chef-dirigent van het Rotterdams Philharmonisch Orkest kwam op precies het goede moment, net ná de uiterst succesvolle periode onder Valery Gergiev, en net vóórdat Nézet-Séguin een van de meeste gewilde dirigenten van dit moment werd. Kortom: het orkest heeft met deze getalenteerde Canadees een gouden greep gedaan. In de ZaterdagMatinee maakte de kleine en bevlogen Nézet-Séguin een memorabel debuut met een volledig Beethoven-programma.

. In de ZaterdagMatinee maakte de kleine en bevlogen Nézet-Séguin een memorabel debuut met een volledig Beethoven-programma.

De werken die op dit programma stonden dateren uit de periode 1809-1812, een periode waarin het leven van Beethoven (1770-1827) werd gekenmerkt door onrust en zware leefomstandigheden.Die werden onder andere veroorzaakt door intriges en de bezetting door de Frans-Napoleontische legers, waardoor hij ernstig overwoog Wenen te verlaten. Uiteindelijk wisten vrienden en geldschieters dit te voorkomen. Ondanks deze problemen bleef zijn genie onaangetast en componeerde hij het ene na het andere meesterwerk.

Egmont
Voor de tragedie Egmont van Goethe schreef Beethoven in de periode 1809-1810 een aantal entr’actes, waarvan de ouverture nog vaak wordt gespeeld. Het werk verhaalt van de 16e-eeuwse graaf Egmont die ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog bemiddelde tussen Nederlandse calvinisten en de Spaanse hertog Alva. Egmont zal uiteindelijk door Alva ter dood worden veroordeeld. Beethoven heeft een krachtig werk geschreven waarin een aantal aspecten uit de tragedie op muziek zijn gezet. Dit mondt uit in een triomfantelijke Siegessymphonie, die op Beethoveniaanse wijze een roep om vrijheid wordt. Het orkest en Nézet-Séguin speelden het werk met een opvallend homogene klank.

Vijfde Pianoconcert
In 1809 schreef Beethoven zijn grensverleggende 5e pianoconcert, bijgenaamd ‘Keizersconcert’. Een bijnaam die niet van Beethoven afkomstig is en waar ook zeer zeker niet keizer Napoleon mee is bedoeld, aangezien Beethoven een diepe afkeer had van de zichzelf tot keizer uitgeroepen eerste consul van Frankrijk. Grensverleggend hoe het werk begint met een majestueus akkoord in het orkest, gevolgd door een al even majesteitelijke cadens door de piano. Het zieltroostende adagio met de naar binnen gekeerde sereniteit is nog steeds aangrijpend. De overgang van dit deel naar het rondo is geniaal: langzaam ‘ontdekt’ de piano bijna improviserend de melodie die uiteindelijk het snelle slotdeel zal bepalen.

De Amerikaanse pianist Nicholas Angelich speelde het werk, sympathiek begeleid door Nézet-Séguin, met veel bravoure en spierkracht; het had iets subtieler gemogen. Angelich beloonde het enthousiaste publiek met een gevoelig gespeelde toegift in de vorm van het eerste deel uit de Kinderszenen van Schumann.

Apotheose van de dans

~

De Matinee werd besloten met de Zevende symfonie, gecomponeerd in 1811-1812. Hierin is ritme, op een obsessieve en voortdurend repeterende manier de aanjager van het werk, afgewisseld met lyrischer delen, die echter altijd in dienst van het dansante blijven staan. Dat er tijdgenoten waren die de componist voor gek verklaarden, is bijna voorstelbaar gezien het eigenzinnige karakter van het werk. Na het dansante eerste deel volgt onmiddellijk het contrastrijke allegretto, dat ook een van Beethovens nobelste melodieën bevat en wat ook bij de eerste uitvoering herhaald moest worden. Het daaropvolgende scherzo is uitbundig en vitaal. Het gelijk daarop aansluitende slotdeel is als een niet te stoppen dans, een dans als die van een derwisj.

Het Rotterdams Philharmonisch en Nézet-Séguin gaven de symfonie het volle pond. Bij de strijkers viel het spaarzame gebruik van vibrato op, en ook door de felle accenten en vlotte tempi was de invloed uit de historische uitvoeringspraktijk hoorbaar. De eerste-violen-links/tweede-violen-rechts opstelling is in dit stuk essentieel, omdat hierdoor de met elkaar duellerende partijen nog duidelijker hoorbaar zijn. Het publiek beloonde orkest en dirigent met een daverend gejuich en applaus.

Een zeer geslaagd Matineedebuut voor de energieke Nézet-Séguin. Energiek ook omdat hij de vrijdag voorafgaand aan deze ZaterdagMatinee in het Amsterdamse Muziektheater de première van Puccini’s Turandot dirigeerde, en de zondag erna in De Doelen in Rotterdam het CodArts Symphony Orchestra, met onder andere een bijzonder geslaagde uitvoering van Strawinsky’s Sacre du Printemps. Speltechnisch niet altijd even perfect, maar als geheel zeer spannend waardoor het werk niet zo gelikt als het bij een geroutineerd en gevestigd symfonieorkest klonk maar juist als nieuw.