Muziek / Concert

Folkrock-virtuoos op leeftijd

recensie: Richard Thompson Band

Net als het merendeel van het publiek, zijn de leden van de Richard Thompson Band niet de jongste en de hipste meer. Waarschijnlijk deert het Richard Thompson weinig dat bandlid Pete Zorn Crocs draagt tijdens het optreden. Thompson staat vanavond vol zelfvertrouwen op het podium. Hij heeft de liedjes, de stem, de licks, en een geraffineerde begeleidingsband. Er kan niks fout gaan, zelfs als het schoeisel van een bandlid je even doet slikken.

In 1968 stond hij ook al in de grote zaal van Paradiso, zo memoreert Thompson aan het begin van de avond. Destijds speelde hij gitaar in de groep Fairport Convention, pioniers van de Britse folkrock. Met zijn vrouw Linda neemt Thompson in de jaren zeventig een aantal klassieke folkrocknummers op, om in de jaren tachtig en negentig als soloartiest waardering te oogsten. De eerste helft van de avond horen we niets uit dit lijvige oeuvre. Alleen nummers van het vorig jaar verschenen Dream Attic worden ten gehore gebracht.

Solo

~

Net als op die plaat, opent Thompson ook hier met ‘The Money Shuffle’, waarin Thompson zijn antikapitalistische gal weer eens vol sarcasme spuwt. Uitzonderlijk aan Dream Attic is dat dit album live voor publiek is opgenomen. De insteek van de eerste helft van het concert is dan ook dezelfde als op de plaat. Dat maakt het allemaal niet minder spannend. Het materiaal moet het vooral hebben van solo’s. Multi-instrumentalist Zorn schittert met name tijdens zijn klarinet- en saxofoonpartijen, Joel Zifkin op de elektrische viool. Thompson leeft zich uit op de elektrische gitaar en toont aan dat Britse en Keltische wortels zich net zo goed voor dit instrument lenen als de blues.

Tussen de nummers door vertelt Thompson ons over de inhoud van de liedjes. Opvallend vaak blijken deze de Londense misdaad als onderwerp te hebben. Soms kiest hij, in de oude traditie van de murder ballads, voor het perspectief van de moordenaar, zoals in ‘Sidney Wells’. In het meeslepende ‘Crimescene’ kiest hij het perspectief van de buitenstaander. Thompson wil de moordenaar verantwoordelijk houden, maar twijfelt of dat gerechtvaardigd is.  ‘I can’t aim my rage at fate. Where is the face to pin the hate? A soul is torn away.’ Het is een van de hoogtepunten van de eerste set.

Als Dream Attic één klassieker in Thompsons oeuvre heeft opgeleverd, dan is dat wel ‘If Love Whispers Your Name’. Thompson soleert vol overgave op de steeds veranderende toonladders. Emotionele zeggingskracht gaat hier gepaard met diepgang en superieur muzikantenschap.

Hits

~

Na de pauze trakteert Thompson ons naar eigen zeggen op een greatest hits-selectie. Aangezien hij geen echte hits heeft gehad betekent dit dat anything goes. Dat blijkt, wanneer hij het spits af bijt met ‘The Angels took My Racehorse Away’, van zijn solodebuut Henry the Human Fly. Thompson merkt droogjes op dat dit het slechtst verkopende album uit de geschiedenis van zijn platenmaatschappij was. Een grote onrechtvaardigheid, want Island Records is ook verantwoordelijk voor enkele releases van Dru Hill en Mariah Carey.

Het is jammer dat Thompson ook in de tweede set weer voor de instrumentale solo’s gaat. Zijn akoestische ballads moeten we vanavond missen. Toch overheerst het gevoel dat we deze avond een fantastische live band hebben gezien. Het pleit bovendien voor de oude rot Thompson dat deze vooral indruk weet te maken met vers materiaal.