Muziek / Album

Catchy Vlaamse artrock

recensie: Maxon Blewitt – When the Moon Winks

When the Moon Winks is de tweede cd van Maxon Blewitt: de Belgische band die onder leiding staat van ex-Zita Swoon-gitarist Bjorn Eriksson. De plaat ligt in dezelfde lijn als het in 2004 verschenen self-titled debuutalbum, maar bevat meer elektronische klanken en is donkerder van aard dan zijn akoestische en lichtvoetige voorganger.

Gelijkenis


Net als diens voorganger is When the Moon Winks duidelijk een voortbrengsel van de Belgische alternatieve scene. De avontuurlijke liedjes met elektronische elementen zorgen voor een speels klankbeeld, dat regelmatig aan de oude Zita Swoon-nummers doet denken. Die gelijkenis heeft ook veel met Eriksson’s herkenbare gitaargeluid te maken. Dit is geen minpunt: de inventieve gitaarpartijen geven het album juist zijn charme. Zo bevat het nummer Shangri-la een ontzettend pakkende riff die, in combinatie met de tegenwoordig populaire discobeat (Franz Ferdinand e.d.), resulteert in het meest hitpotente nummer dat het album rijk is. Ook de discobeat, die vaker aan bod komt in het album, kennen we al van Zita Swoon. De opener Don’t Follow Me doet misschien iets té veel denken aan het bekende disconummer van Eriksson’s vorige band. Ondanks dat we bekend zijn met de gitaar – en discosound, is er op het album When the Moon Winks gelukkig genoeg variatie te vinden. The Boys and the Girls Play Dangerously en The Age of Miracles zijn bijvoorbeeld op ruige rockriffs gebaseerd, terwijl nummers als City Evol I en afsluiter Moon Winks – Past Whatever funkier van aard zijn.

Beefheart


De stem van Eriksson is wat wisselvalliger dan zijn uitstekende gitaarpartijen. Technisch gezien is zijn zang niet altijd beheerst en de emotionele overtuigingskracht – waarover een Stef Kamil Carlens bijvoorbeeld wel beschikt – ontbreekt. Ook de uitspraak van het Engels is niet altijd perfect, maar dat krijgt na verloop van tijd z’n charme. Eriksson beschikt over een stem die diep – en soms zelfs à la Beefheart – kan klinken, zoals in het gekke nummer Old Boys Blues, dat mede door de excentrieke tekst: “I’m Sitting on my Rocking Horse, a Big Cigar in my Mouth” tot een van de meest vermakelijke nummers van de cd gerekend kan worden. Liedjes als deze en het genoemde Shangri-la zorgen ervoor dat When the Moon Winks de middelmaat ontstijgt en dat het album na een aantal luisterbeurten eigenlijk steeds leuker wordt. Hoewel niet altijd even origineel, heeft Eriksson dus een vermakelijke plaat af weten te leveren waarop zijn capaciteiten duidelijk naar voren komen. De nieuwsgierigheid naar de volgende plaat is in ieder geval gewekt.