Muziek / Album

Terug naar de bron

recensie: Mark Lanegan - Imitations

Veel artiesten besluiten op enig moment in hun carrière om een album te maken waarmee ze hun grote inspiratiebronnen eren. Mark Lanegans Imitations is ook zo’n album, met een breed scala aan artiesten die geëerd worden door ‘Dark Mark’.

Het is niet vreemd dat Mark Lanegan nummers van anderen ten gehore brengt. Hoewel hij ooit begon als drummer van de Screaming Trees is hij toch eerst en vooral een zanger. Meest recent nog op het album Black Pudding, samen met Duke Garwood, vlak daarvoor met zijn eigen band op Blues Funeral. Eerder al ondersteunde hij Belle & Sebastians Isobell Campbel, nam de vocalen voor zijn rekening op twee Soulsavers albums en maakte hij deel uit van de Queens of the Stone Age en The Gutter Twins. En dan is nog lang niet alles genoemd. Het mag duidelijk zijn dat Lanegan een brede muzikale interesse heeft en een graag geziene gast is.

De gevarieerdheid van de projecten waar Lanegan aan verbonden is, is terug te horen op Imitations. Onder anderen Frank Sinatra, Nick Cave, Hall & Oates en Weil & Brecht komen langs. Het meest opvallende nummer is Gérard Manset’s ‘Elégie Funèbre’. De tongval van Lanegan is overduidelijk niet Frans, maar desalniettemin zingt hij het nummer onvertaald.

Terug naar de kern
Op Imitations, zijn achtste solo-album, is Lanegan teruggegaan naar de kern van zijn muzikale wereld: nummers die hem inspireren en die hij in zijn jeugd heeft leren kennen, of in de loop van zijn dertigjarige carrière. Zonder uitzondering zijn het ‘songs that sounded sad whether they were or not’, zoals hij de liedjes van Perry Como, Frank Sinatra en Dean Martin vroeger vond klinken. Maar Lanegan is niet alleen teruggegaan naar de eerste muziek die hij leerde kennen en de bijbehorende sfeer. Hij heeft het instrumentarium ook beperkt. De donkere, van rook en whisky doortrokken stem van Lanegan wordt meestal minimaal begeleid. Een getokkelde gitaar, drums, een simpel baslijntje. De stem van Lanegan draagt de nummers. Zo ontstaat een behoorlijk afwijkende versie van ‘Mack the Knife’, zonder het pianoriedeltje dat Weil & Brecht typeert. Of een kampvuur-uitvoering van Hall & Oates’ ‘She’s Gone’.

Maar ook de meer recente nummers, zoals ‘Brompton Oratory’ (Nick Cave) en ‘Deepest Shade’ (Twilight Singers) worden in dezelfde stijl gebracht. Lanegan probeert niet zozeer een cover van de nummers te brengen, maar een interpretatie te geven. Daardoor is het album meer een geheel dan vaak het geval is bij dit soort verzamelingen. Het springt niet van stijl naar stijl of van genre naar genre, maar vloeit van het ene naar het andere nummer. Lanegan covert de nummers niet, maar maakt ze zich eigen.

De liefde voor de liedjes is overduidelijk aanwezig. Af en toe klinkt Lanegan hartverscheurend, soms wanhopig of vol vertrouwen. Op geen enkel moment stelt Imitations teleur. Ook als de originele versies onbekend zijn bij de luisteraar heeft Imitations ruimschoots genoeg te bieden.