Muziek / Album

Scheermesjes, ondervoeding en meer ellende

recensie: Leng Tch'e - Marasmus

Een oneindig aantal malen met een mes bewerkt worden, maar zo zwaar onder de dope zitten dat je er niets van voelt. Tot het moment dat het al te laat is en de dood naast onvermijdelijk alleen nog verlossend is. Elke fan van extreme metal snapt natuurlijk direct dat we het hier hebben over Leng Tch’e, het razorgrind-orkest van onze zuiderburen, dat zichzelf vernoemde naar de hierboven beschreven Chinese martelmethode. Razorgrind? Wasda? Tja, voor de één het zoveelste hokje, voor de kenner de term die de Belgen van Leng Tch’e gebruiken voor hun ratatouille van grindcore, hardcore en (stoner)rock.

Met de nieuwe langspeler Marasmus worden ook trash-, death-, en zelfs een vleugje nu-metal toegevoegd aan het recept. Waarom het vijftal een plaat met zo’n grote hoeveelheid smaken de plaat Marasmus noemt (wat ‘ondervoeding’ betekent) is mij een raadsel. Dit album smaakt namelijk zeker naar meer.

Blazen

Leng Tch’e blaast vrijwel alles en iedereen uit de schoenen met een tomeloze hoeveelheid aan energie en agressie. Als je op deze muziek al kunt blijven stilstaan, val je uiteindelijk toch voor de gewiekstheid waarmee de band schakelt van stampende ritmes – waar het hoofd zo lekker op meeknikt – naar snelheden waarmee je de vullingen uit je gebit schudt. Zo heeft de plaat 1-800-Apathy een heerlijke slepende groove, maar deze groove slaat op aanzetten van drummer Sven (tevens frontman van Aborted) ineens om naar het razende tempo dat we gewend zijn van grindcore. En zo zijn er nog veel meer voorbeelden op deze plaat waarbij de band verschillende invloeden naadloos op elkaar aansluit.

Meesterschap

Bij Obsession Defined schrik ik heel even. Het nummer begint met een heel rustig dissonant gitaarlijntje op de achtergrond dat een beetje ‘emo’ klinkt. Gelukkig blijk ik er grandioos naast te zitten wanneer de eerste riff losbarst. Er ontpopt zich een heerlijk nummer dat een flinke mosh zal laten ontstaan wanneer de heren de bühne opgaan. En het woord ‘emo’ wordt uiteindelijk bruut uit m’n cortex gebeukt wanneer Boris zijn strot opentrekt. De tragere passage halverwege het nummer vestigt weer de aandacht op de muzikale vaardigheid.

Het album bevat minder nummers dan de vroegere albums, maar heeft een langere speelduur. Het lijkt dus alsof Leng Tch’e kiest voor meer nadruk op de songstructuren in de wat langere nummers, iets wat ze absoluut geen windeieren legt. Langzaam begin ik ook de titel van het album te begrijpen… Wie heeft er immers tijd om de noodzakelijke boodschappen te doen wanneer een dergelijke moordplaat door de speakers knalt?