Muziek / Voorstelling

Jeugdwerken van Puccini in goede handen bij de Nationale Reisopera

recensie: Giacomo Puccini: Le Villi / Messa di Gloria

Niet alleen artsen hebben een onleesbaar handschrift. Ook de Italiaanse componist Giacomo Puccini (1858-1924) had een handschrift dat menig kopiist hoofdpijn bezorgde. ‘Scusi!’ schreef hij dan ook veelvuldig in de kantlijn, maar leesbaarder werden zijn partituren er niet door. Als gevierd operacomponist kon hij zich natuurlijk wel wat veroorloven, maar aan het begin van zijn carrière, toen hij nog aan compositiewedstrijden meedeed, resulteerde dat meerdere malen in afwijzing.

~

Of het aan zijn handschrift gelegen heeft, zullen we wel nooit te weten komen, vast staat dat zijn eerste opera Le Villi niet bij prijswinnaars behoorde van de in 1883 door het tijdschrift Il Theatro Illustrato georganiseerde wedstrijd. Van de winnaars (Zuelli en Mapelli) is nooit meer iets vernomen, maar Arrigo Boito (zelf componist en vooral beroemd geworden als librettist van Verdi) was enkele weken later dusdanig onder de indruk van Puccini’s werk, dat hij het Teatro dal Verne overhaalde de eenakter op te voeren. En met succes, want critici en publiek waren laaiend enthousiast. “Overweldigend succes”, telegrafeerde Puccini zijn moeder na de première; “overtrof alle hoop, achttien open doekjes, eerste finale drie keer herhaald.”

Heksendans

Onbegrijpelijk is dat zeker niet, want hoewel het Puccini’s eerste poging in het genre betreft, klinkt Le Villi al opvallend volwassen. Meerdere passages doen sterk denken aan delen uit latere succesopera’s als La bohème en Tosca en in het eenvoudige verhaaltje zitten alle elementen voor een kaskraker: een onbetrouwbare tenor, een sopraan die sterft aan een gebroken hart, een boze vader en een koor van geesten dat wraak neemt door de overspelige letterlijk het graf in te dansen. En dat alles in een klein uurtje…

Vooral de heksendans werd voortreffelijk gespeeld door het Orkest van het Oosten, dat zichtbaar plezier beleefde aan de concertante uitvoering van Le Villi waarmee de Nationale Reisopera het nieuwe seizoen aftrapt. Jammer alleen dat het een concertante uitvoering betrof, want de beurtelings opzwepende en hoogstdramatische muziek van de jonge Puccini verdient een eerste (!) Nederlandse enscenering.

Messa di Gloria

Waar invloeden van Verdi opvallend afwezig zijn in Le Villi, zo aanwezig zijn ze in het andere jeugdwerk van Puccini, dat voor de pauze door het orkest werd uitgevoerd: de Messa di gloria uit 1880. Zeker geen onverdienstelijk werk, maar wel een compositie die duidelijk maakt dat Puccini geboren werd voor het operahuis en niet voor de kerk. Het is dan ook niet toevallig dat de meest dramatische delen van de mis, het Gloria en het Credo samen viermaal zo lang zijn als de overige delen en de solisten alle ruimte laten om te schitteren.

Dat deden Peter Auty en Claudio Otelli maar ten dele; ook zij bleken zich meer thuis te voelen in de opera na de pauze. Beiden werden echter overvleugeld door Janny Zomer, die de vlak voor het huwelijk in de steek gelaten Anna vol overgave neerzette.

~

Maar het meeste applaus verdiende de nog jonge Russische dirigent Vasily Petrenko die onlangs een contract tekende bij het befaamde Royal Liverpool Philharmonic. Dankzij zijn snelle tempo’s en gevoel voor dynamiek sprankelden de noten van Puccini alsof ze zojuist door hem neergeschreven waren. Maar dan leesbaar.

Le Villi/Messa di Gloria is nog op tournee tot 29 september.