Muziek / Album

‘Authenticiteit’ is geen vies woord

recensie: James Yorkston - The Year of the Leopard

James Yorkston bedacht de liedjes tijdens het lezen en wandelen, benadrukt de tekst die The Year of the Leopard begeleidt. Het derde album van de folkzanger, zoveel is duidelijk, staat vol eerlijke muziek – samengesteld uit ingevingen en gestoeld op muzikale en dichterlijke intuïtie. Veelzeggend genoeg zijn de liedjes vaak in één keer ingezongen, zoals wordt aangestipt.

Deze informatie klinkt op zijn minst archaïsch, in de postmoderne tijd van copy and paste. Yorkston is een bard uit lang vervlogen tijd, die met de sensitiviteit, een kunstenaar eigen, tijdloze muziek uit de lucht plukt en op fluistertoon zingend en zacht tokkelend op een akoestische gitaar opneemt in de studio. In het universum van Yorkston is ‘authenticiteit’ nog altijd geen vies woord.

Introspectieve mijmeringen

~

De Schotse singersongwriter heeft niks van doen met een muziekindustrie die zich bezighoudt met ofwel een new wave revival ofwel de opleving van pompeuze jaren-zeventig-rock. Yorkston maakt onverstoorbaar zijn verstilde liedjes vol introspectieve mijmeringen. Hij weet dat hij niet in de commerciële wereld thuishoort, zoals hij ook vertelt in Woozy With Cider – zijn liedjes zullen nooit in een reclame worden gebruikt. Hij is geen José González.

Zijn zelfkennis is te prijzen, tegelijk moet Yorkston ervoor waken een saaie artiest te worden. Het intieme The Year of the Leopard bestaat uit smaakvolle, spaarzaam gearrangeerde akoestische songs. Een accordeon of harmonica voegt zo nu en dan een warme klankkleur toe aan de tokkelende gitaar, violen zorgen gedoseerd voor dramatiek. De harmonieën en melodieën zijn verzorgd, maar doen nooit verrast opkijken. De klassieke getergde singersongwriter Nick Drake was een ontdekkingsreiziger in extrema, vergeleken met zijn muzikale nazaat.

Mooi betekenisproza

Het eerder genoemde Woozy With Cider is dan weer wel een gewaagde keuze. Alle klankkasten zijn aan de kant gezet en elektronica-act Reporter legt een bedaard laagje ambient neer. Yorkston blijkt gevoel voor mooi bekentenisproza te hebben, wanneer hij vervolgens in een bedaarde verteltrant de niet van zelfspot gespeende gedachten beschrijft van een man in een hotelkamer. Terwijl de man zit op de rand van een bed waarop een vrouw slaapt, denkt hij aan de dag van gisteren en aan de dag van morgen. Zijn overpeinzingen zijn losgezongen van de tijd, en al luisterend begrijp je waarom het Yorkston allemaal te doen is.