Muziek / Album

Het betere knip- en plakwerk

recensie: Interpol - El Pintor

.

Aan het begin van het nieuwe millennium maakte Interpol furore met legendarische albums als Turn on the Bright Lights en Antics. De band werkte zich binnen no time op naar de hoogste regionen van het alternatieve rockcircuit. Nu, veertien jaar na dato, lijken de donkere gitaarriffs en golvende melodielijnen van deze ooit zo grote indieband vergeten — ver verwijderd van een nieuw meesterwerk.

Maar daar was plots El Pintor, de vijfde langspeler van de New Yorkse underground formatie. Het album — zowel een anagram voor Interpol als Spaans voor ‘schilder’  bestaat uit tien zwartgekleurde rocknummers die ons maar aan één ding doen denken: Interpol. Nog nooit klonk de band zo eigen als hier. Al bij de eerste klanken van opener ‘All The Rage Back Home’ wordt het duidelijk. Puntige riffs, onheilspellende akkoorden en die diep zwevende stem van zanger Paul Banks; liedjesschrijver en gitarist Daniel Kessler gaat dus terug naar de basis.

Herboren driemanschap
De grote vraag bleef wel of de band na het tegenvallende vierde album en het vertrek van bassist Carlos Dengler nog een sterke plaat zou kunnen afleveren. De overige leden besloten om geen vervanger te zoeken en als trio verder te gaan. Om die reden nam Banks hoogstpersoonlijk de basgitaar voor zijn rekening, wat onverwachts goed heeft uitgepakt. Songs als ‘My Desire’ en ‘Anywhere’, die samen met de opener het uithangbord van de plaat vormen, zijn daar het bewijs van. De ijle gitaar start, de bas en drums vallen in, en de lage bariton van Banks beweegt zich daar omheen.

Een verdomd goede kopie
Met El Pintor slaat Interpol dus geen nieuwe weg in, maar borduren ze voort op de klassieke Interpol-sound. Toch mist de plaats iets wat de eerste albums wel hadden. Er is geen idee achter de plaat, alle nummers staan op zichzelf en zijn inwisselbaar. Vooral nummers als ‘Everything is Wrong’ en ‘Breaker 1’ kunnen ook zo op Our Love to Admire (uit 2007) hebben gestaan. Toch staan er ook pareltjes op, zoals ‘Tidal Wave’, waarin Banks laat horen hoe breekbaar zijn stem kan zijn en bijna een dubbel octaaf op zijn lage bariton ten gehore brengt.

Banks, Kessler en drummer Sam Fogarino leveren met El Pintor weliswaar geen meesterwerk af, maar met hun rijke palet aan Interpol-klanken kleuren ze de tien songs die de plaat rijk is op meesterlijke wijze in. Het luisteren meer dan waard!