Muziek / Album

Spartaanse boyband in het hier en nu

recensie: Hurts - Exile

.

Het duistere duo Theo Hutchcraft en Adam Anderson uit Manchester, ook wel bekend onder de naam Hurts, komt twee jaar na Happiness (2011) met het nieuwe Exile. Dit toch wel sobere duo weet met Exile een alles behalve sobere plaat neer te zetten. Denk aan een mix van Muse, boybands, Spartaanse attitude en kinderstemmetjes. Eh, wat?

~

De plaat wordt geopend met het gelijknamige ‘Exile’. Al vanaf de eerste seconde doet het nummer denken aan het geluid van Muse. Als luisteraar kun je hier absoluut niet om heen. Het nummer had net zo goed op een eerder alnum van Muse kunnen staan. Het tweede nummer ‘Miracle’ klinkt lekker hip. Een intro a la de nieuwe Coldplay, zodra Hutchcraft de zang echter inzet, komt direct de meer duistere kant naar voren. Iets wat we bij Coldplay echt niet terug zullen horen, maar wel weer bij Muse. Waar is de eigen sound?

Verschillende sounds
Het billen doen schuddende ‘Sandman’ is een beetje het vijfde wiel aan de Exile-wagen. De inkomende beat is totaal anders dan de rest van het album. Iets wat niet per sé negatief hoeft te zijn, maar hier werkt het niet. Het kinderkoor in het refrein maakt ook nogal angstig. Ik heb het niet zo op kinderen die “Are you waiting for the sandman?” al zingend herhalen.

‘Blind’ heeft een heel erg hoog boybandgehalte: “This is the day I left you, I hear your voice in every sound.” De beat onder het refrein maakt het net iets minder Westlife, en gezien ik heel vroeger (we praten over toen ik acht jaar was, daarna is het wel goed gekomen) niet vies was van een beetje boyband, is het best aan te horen. Als je acht jaar oud bent.

‘Only You’ klinkt instrumentaal heel fijn met goed gebruik van synths. In combinatie met de zang lijkt dit nummer weggekaapt zijn uit de jaren ’80. Het beetje ‘minimal’ wat tevens in het nummer terug te horen is, past perfect. Niet om constant te vergelijken met andere artiesten, maar bij ‘The Road’ en ‘The Crow’ hoor ik duidelijke invloeden van Ville Valo, de zanger van HIM. De stem van Hutchcraft is in beide intro’s haast identiek aan de duistere Valo. Hoe rustig ‘The Road’ begint, des te meer het nummer vanaf de eerste minuut letterlijk de plaat af knalt. Snoeiharde gitaren met een prettige elektronische ondertoon vormen het refrein. En hoe. ‘The Road’ is zonder meer een van de betere nummers van de plaat.

Maximaal gebruik van het minimale

~

‘Help’ is een heel klein en klassiek nummer; Hutchcraft wordt in eerste instantie slechts ondersteund door achtergrondzang, strijkers en toetsen. Het nummer wekt vanaf de eerste seconde nieuwsgierigheid op. Juist het minimale maakt ‘Help’ breekbaar, maar ook goed. De tweede helft van het nummer doet met het grote koor en opzwepende drums een beetje musical-achtig aan. Om kippenvel van te krijgen, want de aanloop naar dit muzikale geweld in goede zin is erg mooi. Het laatste nummer van de plaat, ‘Guilt’, is tevens erg minimaal met alleen zang, piano en gevoelige teksten, maar tegelijkertijd ook heel zoet. Hier komt wederom die boyband om de hoek kijken.

Al met al is Exile beetje te “kijk hoe illuster we zijn met onze zwarte kledij, terwijl we toch liefdesliedjes maken met teksten om van te smelten zodat we het vrouwelijk schoon ondanks onze duisterheid alsnog voor ons winnen”. Alsof Hurts vandaag de dag de boybandgeneratie van de jaren ’00 willen bekoren. Op drie nummers na, ‘Only You’, ‘The Road’ en ‘Help’, toch wel een beetje mislukt. De plaat heeft verder net te weinig eigen sound en klinkt niet vernieuwend genoeg om pakkend te zijn. Sommige bands moeten het nou eenmaal hebben van hun eerste plaat. En daarbij, zo duister en sober als ze zich voordoen zijn ze eigenlijk helemaal niet. Ze zingen ook gewoon over liefde en een gebroken hart, net als Westlife in de jaren ’00 deed zonder zwarte pakken en Spartaanse gezichten.