Muziek / Album

Smachtend piano

recensie: Hélène Grimaud - Werken van John Corigliano, Ludwig van Beethoven en Arvo Pärt

Al meermalen heb ik hier lopen kankeren over het ‘sterrensysteem’ waarmee met name de grotere labels denken dat ze de slachting van de budgetmaatschappijen (Naxos voorop) het hoofd menen te kunnen bieden. Het probleem met dat systeem was vooral dat de Grote Namen van DG, Decca, Philips en BMG over het algemeen muzikaal heel weinig spannends te bieden hadden. DG wijkt nu een beetje van dat patroon af door een CD samen te stellen waarop de pianiste Hélène Grimaud voor de verandering eens wel iets nieuws doet.

John Corigliano: Fantasia on an ostinato for solo piano / Ludwig van Beethoven: Sonate Nr. 2 in d mineur & ‘Chorfantasie’ / Arvo Pärt: ‘Credo’. Hélène Grimaud, piano; Zweeds Radio Symfonie-orkest en -koor onder leiding van Esa-Pekka Salonen.

~

En Beethoven, natuurlijk. Maar een combinatie van Beethoven, de in met name oudere jongeren-kringen vereerde Arvo Pärt en de Amerikaan John Corigliano klinkt interessant genoeg om er eens naar te luisteren. Het bindende element is mam’zelle Grimaud zelf, die ons vanaf de hoes smachtend aankijkt en in een niet minder smachtende inleiding uitlegt waarom ze juist tot deze keuze is gekomen.

Net acteurs

~

Sla die inleiding maar over: het is altijd een beter idee om de muziek te laten spreken. Begrijp me goed, Grimaud lijkt me een sympathiek mens en ze zal het echt wel goed menen met haar wolven, maar ze bevestigt wel de regel dat het doorgaans geen goed idee is om musici te veel te laten praten over muziek. Wat dat betreft zijn het net acteurs. Het interview met Grimaud in het boekje verstevigt dat beeld. Wat kun je bijvoorbeeld in godsnaam met ‘oneness, the connectedness of things through their sacredness’?

Maar pianospelen kan ze wèl en de CD dient als een showcase voor die constatering, met Beethoven als leidraad. Het is trouwens niet de eerste keer dat Grimaud een dergelijke compilatie maakt. Het probleem met zo’n aanpak is wel, dat het programma dat de Grootheid speelt dan interessant en samenhangend genoeg moet zijn om de aandacht vast te houden.

Appels en peren

Corigliano’s stuk voor solo piano opent deze collectie met Beethoveniana en is gebaseerd op het allegretto (derde deel) van Beethovens zevende symfonie. Met dat trucje was Corigliano zeker niet origineel – in de jaren 1830 deed Sigismond Thalberg (die, ja) al eens min of meer hetzelfde en een vergelijking tussen beide bewerkingen dringt zich onherroepelijk op. Corigliani mengt Nyman-achtige seriële technieken met citaten uit Beethovens werk, maar hij doet niet veel meer en meer dan een gimmick wordt het nooit. Het zijn appels en peren, maar Thalbergs poging lijkt wat doorwrochter te zijn.

Geen misselijk stuk

Nee, dan liever Beethoven zelf. Grimaud weet de heuvels van de Sturmsonate naar behoren te beklimmen, maar het is me een raadsel waarom die wordt gevolgd door de Koorfantasie. Begrijp me goed, het is geen misselijk stuk, maar het is niet echt iets waarin Grimaud kan schitteren, overdonderd als haar ondergeschikte pianopartij wordt door orkest en koor.

Vakman

De uitsmijter, Arvo Pärts Credo, is speciaal voor Grimaud geschreven en net zoals Corigliani’s werk een soort amalgaam van moderne en meer traditionele technieken, met duidelijk de nadruk op het laatste. Pärt staat dichter bij Bach dan bij Berio, en dat is duidelijk terug te horen in Credo. Pärt is al enige tijd het knuffeldier van de New Age-crowd, maar hij houdt zich hier relatief ver van de ijle klanken van Tabula Rase. Credo is een stevig stuk, waar Grimaud goed mee uit de voeten kan. Een goede afsluiter van een wat ongebalanceerd album. Wederom treffen we Beethoven aan, in een onmiskenbare referentie aan zijn Apassionata-sonate. Maar Pärt is een beter vakman dan Corigliano en weet dat ‘citaat’ dan ook veel overtuigender zijn signatuur mee te geven.

Voor het hele gezin

Deze CD verkocht in Frankrijk 20.000 exemplaren, naar ik aanneem met name op de reputatie van Grimaud. Ik vrees echter dat het geen exemplaar is dat je snel weer uit de kast zult halen. Daarvoor bevat het album enerzijds iets te weinig materiaal waarmee ze echt kan schitteren, en is het programma aan de andere kant wat teveel gericht ‘op het hele gezin’. De uiteindelijke indruk is nogal vlak en dat is jammer – ik zou Grimaud dolgraag eens in bijvoorbeeld een Ravel- of Poulenc-recital willen horen. Waarschijnlijk zien we daarin veel meer van haar terug dan alleen een leuke hoesfoto.