Muziek / Album

Postrock ontmoet Electropop

recensie: Feu Thérèse – Ça va cogner

Het Canadese Feu Thérèse is opgericht in 2005 en bestaat uit gitarist Jonathan Parant (Fly Pan Am), bassist en electronicus Alexandre St-Onge (Shalabi Effect), keyboardist en zanger Stephen De Oliveira en drummer Luc Paradis. In 2006 debuteerden de musici met het album Feu Thérèse. De titel van hun zojuist verschenen tweede plaat is Ça va cogner, dat zoiets als ‘dat wordt knokken’ betekent.

Feu Thérèse is gecontracteerd bij het welbekende Canadese label Constellation Records, en dat is te merken. De muziek die de groep maakt is grotendeels instrumentaal en doet vaak denken aan die van Godspeed You Black Emperor, de bekendste band van het label. Feu Thérèse onderscheidt zich vooral door een electronische inslag die wordt gekenmerkt door dominante keyboard- en synthesizerpartijen.
Het debuut van de groep was opgedragen aan de Franse componist Luc Ferrari. De invloed van diens musique concrète (composities van ‘niet-muzikale’ geluiden) was op het album duidelijk aanwezig, hoewel het werd afgewisseld met de wat meer toegankelijke postrock met electronische invloeden.

Vlak

~


Ça va cogner begint sterk met À nos amours. Een vrolijke zangmelodie, sprankelend, Afrikaans aandoend gitaarspel en ritmische synthesizerpartijen houden de boel levendig. Bovendien levert de combinatie van deze elementen een originele sound op die veelbelovend is voor de rest van de cd. Die belofte wordt helaas niet ingelost. De overige nummers zijn grotendeels instrumentaal en muzikaal niet zo verrassend. Ze zijn melodisch en ritmisch wat vlakker en laveren qua sound tussen de postrock van Godspeed en de electropop van Stereolab. Niets grijpt echt de aandacht en dat is heel jammer, temeer omdat À nos amours duidelijk maakt dat de groep wel de potentie heeft om spannende muziek te maken. Naast het openingsnummer is alleen La nuit est une femme nog echt de moeite waard. Een traag hypnotiserend drumritme wordt aangevuld door mooi melancholische gitaar-, synth- en zanglijnen.

Als geheel zou Ça va cogner nog het beste als achtergrondmuziek functioneren, aangezien de muziek niet onprettig in de oren klinkt. Maar als je van luisteren naar het album je hoofdactiviteit wilt maken is het (op de twee genoemde nummers na) wel ‘knokken’ geblazen: tegen de slaap welteverstaan.