Muziek / Album

Herfstplaat bij uitstek

recensie: El Pino & The Volunteers - The Long-lost Art of Becoming Invisible

Ieder seizoen wordt geflankeerd door muziek met een bijpassend karakter. De zomer heeft oppervlakkige hits, de lente heeft kabbelende singer-songwriters, de winter heeft deprimerende soundscapes. En de herfst? De herfst heeft de nieuwe plaat van El Pino & The Volunteers, The Long-lost Art of Becoming Invisible.

~

In augustus 2006 stemde de Nederlandse band El Pino & The Volunteers iedere muziekliefhebber met een beetje patriottisme in het bloed meer dan positief. De reden hiervoor was hun eerste langspeler, Molten City. Op deze plaat prijkt een aantal prachtig sobere roots- en americanaliedjes. Mooi melancholisch en weemoedig, en gelukkig niet glad en gepasteuriseerd. Het onlangs verschenen tweede visitekaartje van de band, The Long-lost Art of Becoming Invisible, is allerminst een herhaling van zetten. Weg is de pastoraal klinkende steelguitar, weg is een deel van de ambachtelijke en anti-industriële sound, weg zijn de folkachtige liedjes, weg is ook een aantal van The Volunteers. Wat wel gebleven is? Het talent voor songwriting van frontman David Pino.

Veranderingen

De opener van de cd vormt een goede samenvatting van de veranderingen die het geluid van de band heeft ondergaan. De stemmige folk van de voorganger van deze schijf heeft plaatsgemaakt voor een breder en meer poppy geluid. Ook is de muziek gelaagder en is er meer ruimte voor geraffineerde songstructuren. De productie is helder en hifi, zonder artificieel en synthetisch te klinken. Enkele ingenieuze akkoordenwisselingen zorgen door het vermijden van clichés en gestandaardiseerde schema’s voor veel spanning, zonder ooit een pedante exercitie in technische begaafdheid te worden. Een ander voorbeeld dat de grote veranderingen ten opzichte van het eerdere werk accentueert is ‘There’s No Cure for Stupidity’. Een uptempo popnummer, dat ambivalentie en daarmee spanning creëert doordat voor de luisteraar niet duidelijk is of hij moet dansen of teneergeslagen moet kijken. De kolderieke frasering van de tekst in de coupletten zorgt voor vrolijke rimpelingen in het gelaat.

Herfstbladeren

~

Iets dat minder veranderd is, is het timbre van de songs dat nog steeds herfstbruin te noemen is. Echt vrolijk wordt het, op ‘Here’s to the Rescue’ na, eigenlijk nooit, maar toch gloort er altijd een bepaalde mate van hoop aan de horizon, als een zon die haar weg weet te banen door de beklemmende mist. Als El Pino & The Volunteers in de cd-speler zit, dagdroom je vol weemoedigheid en melancholie, haast volautomatisch over uitgestrekte landschappen, herfstbladeren en het opwarmen voor een knisperende cv-ketel. Opvallend aan de mistroostigheid van The Long-lost Art of Becoming Invisible is dat ze een zeer nuchter tintje bevat. Nergens wordt het pathetisch en jeremiërend, het heeft altijd iets contemplatiefs, afstandelijks bijna. Deze beheerste emotionele rijkdom, alsmede de gedurfde zet meer genres hun weg te laten vinden in het geluid en het zo grootser en experimenteler te maken, zorgen ervoor dat deze plaat een uiterst geslaagde herfstplaat is.