Muziek / Voorstelling

Tovertheater rond een realistische verhaalkern

recensie: Wolfgang Amadeus Mozart, Die Zauberflöte

.

Het is een hele opgave de bekende en geliefde opera Die Zauberflöte opnieuw te ensceneren. Regisseur Simon McBurney en dirigent Marc Albrecht zijn niet in de valkuilen van slapstick of ronkende hoogdraverij getrapt. Deze Zauberflöte beweegt zich tegelijk lichtvoetig en diepzinnig met de betoverende muziek van Mozart mee.

~

Een prins, op zoek naar een ontvoerde prinses in opdracht van haar boze moeder. Een vogelvanger, op zoek naar een echtgenote. Een tempel met male chauvinistic vrijmetselaars die Egyptische goden aanbidden. Drie sexy hofdames en drie jonge helpertjes, uitgedost als wijze grijsaards. Ingrediënten van een sprookje waar alles uiteindelijk om de muziek draait:  een toverfluit en een magisch klokkenspel vormen de zachte krachten bij alle beproevingen. 

Volwassen worden
Op een flexibele toneelvloer, die van berglandschap in een handomdraai conferentietafel of onderaardse gang voorstelt, speelt zich een realistisch verhaal af. Vier mensen moeten volwassen worden zodat ze twee liefdesparen kunnen vormen. Prins Tamino – een mooie, beheerste rol van tenor Maximilian Schmitt – is verliefd op een afbeelding van Pamina, de ontvoerde dochter van de Koningin van de Nacht. Zelf is hij ook nog eendimensionaal. Hij moet nog veel leren en een van de eerste dingen die hij ontdekt is dat de ontvoerders niet zo schurkachtig zijn als de Koningin beweert.

Razende rolstoel
Deze oermoeder, die onbeheerste erotiek en destructie symboliseert, is hier geen heerseres op een sterrentroon, maar een razende bejaarde in een rolstoel. Haar dochter houdt ze in een knellende greep. Pamina moet zich ontworstelen aan de loyaliteit met haar moeder. Tegelijk wordt ze beproefd door de zwijgzaamheid van haar prins, die deugden als bezonnenheid en stilte inoefent. De sopraan Christina Landshamer zet een onzeker meisje neer dat groeit in haar ‘menswording’. In de aria Ach, ich fühl’s creëert ze met een ten slotte bijna wegstervend pianissimo de bijna-dood-ervaring die onderdeel is van de rite de passage overal ter wereld.

Emoties en contrasten

~

De beroemde coloraturen van de Koningin van de nacht (Iride Martinez) zijn geen kil vuurwerk, maar klinken zoals ze waarschijnlijk ooit bedoeld zijn: als extra dimensie van heftige emoties. Het contrast met de vriendelijke deugdendictator Sarastro  –  In diesen heil’gen Hallen kennt man die Rache nicht – is niet te zwaar aangezet. De vogelvanger, een prachtige rol van Thomas Oliemans, is hier ook geen malle clown maar mede dankzij zijn beheerst gezongen tophits een echt mens. Wie zijn we, waar bevinden we ons, waar moeten we heen, lijkt de boodschap van de regisseur. Geen conceptuele regie maar consequent uitgraven van de diepere, menselijke lagen onder de sprookjesachtige symboliek.

Flessenorgel
Er valt veel te lachen in deze productie. De techniek van de visuele- en geluidseffecten is van achter het toneel in het volle zicht links en rechts van de bühne geplaatst. Daardoor ontstaat een komische dubbelzinnigheid. De personages bewegen zich vrij rond, komen de zaal in als dat zo uitkomt tijdens hun zoektochten naar verloren partners. Het magische klokkenspel van vogelvanger Papageno wordt in zijn meest wanhopige uur een flessenorgel waar hij zijn loktonen op speelt nadat hij er de benodigde hoeveelheid wijn uit verwijderd heeft. De drie jongens, die hun gidsfunctie vervullen in een aantal terzetten waar Mozart een heel eigen kleur aan gaf, zijn ‘oude zielen’, komische reïncarnaties van oude mannetjes. Orkest en dirigent zijn op het podium geplaatst en helemaal in het verhaal opgegaan. Een verhaal van betoverende muziek.

Er zijn nog voorstellingen op 12, 14, 17, 19, 21, 25, 27 en 30 december 2012-12