Muziek / Voorstelling

Blauwhelmen in het muziektheater

recensie: Ludwig van Beethoven – Fidelio

Blauwhelmen, politici, voorlichters, cameraploegen en journalisten bestormen uit alle hoeken en gaten het toneel om de bevrijding van Florestan luister bij te zetten. Gouverneur Pizarro wordt meteen in de boeien geslagen en de overige gevangenen krijgen snel een deken over zich heen. De minister ziet dit alles vooral een mooi fotomomentje. Welkom bij de cynische visie van regisseur Robert Carsen op Beethovens enige opera Fidelio.

Een loflied op de huwelijkse liefde en trouw, een politieke parabel over de Franse revolutie, een universeel verhaal over de strijd van een onderdrukte massa tegen de tirannie. Zomaar wat typeringen van Fidelio. En inderdaad, de opera is een merkwaardig mengseltje van klucht, liefdesdrama en politiek pamflet, van achttiende eeuws Singspiel en negentiende eeuws romantisch muziekdrama.

Gevangenisdrama

~

Het libretto voor Fidelio is gebaseerd op een toneelstuk van Jean Nicolas Bouilly vol maatschappijkritische elementen. Op het eerste gezicht is het verhaal betrekkelijk rechttoe rechtaan: Leonore vermomt zich als een jonge man, Fidelio, om zo haar onterecht gevangen echtgenoot Florestan te bevrijden. In de gevangenis krijgt ze een baan bij Rocco, wiens dochter op haar verliefd wordt. De handeling wordt in gang gezet wanneer de gevangenisdirecteur Don Pizarro verneemt dat de minister die het koninklijk gezag vertegenwoordigt op bezoek zal komen omdat hij vermoedt dat onder de gevangen onschuldige slachtoffers van een brute tirannie zitten. Pizarro is vooral bang dat de minister de doodgewaande Florestan zal zien, en besluit nu hem te vermoorden.

Wanneer hij dit plan wil uitvoeren, stuit hij op Leonore die hem vertelt dat hij eerst haar zal moeten vermoorden. Precies op dat moment arriveert de minister, waarna de opera in een moordend tempo naar de climax toewerkt: Florestan wordt gered, man en vrouw worden verenigd en Pizarro wordt verbannen. In de slotscène worden alle gevangen vrijgelaten en de opera eindigt met een groot koor waarin allen de echtelijke devotie bezingen: ‘Nooit is zij genoeg te prijzen die de redster van haar man kan zijn.’

Gecompliceerde ontstaansgeschiedenis
Het verhaal lijkt eenvoudig genoeg, maar was dat zeker voor Beethoven zelf niet. Beethoven heeft weliswaar maar één opera geschreven, maar hij schreef hem wel driemaal, gaf er twee titels aan en schreef er maar liefst vier ouvertures voor.

De eerste versie, met als naam Leonore, ging in 1805 in première, maar beviel het publiek nauwelijks. Vrienden wisten Beethoven te overtuigen de opera te bewerken, maar ook de tweede versie die een jaar later in première ging was nauwelijks een succes te noemen en Beethoven zelf mopperde over de onacceptabele uitvoering. De derde versie, nu onder de naam Fidelio, werd pas in 1813 in Wenen voor het eerst opgevoerd, nu wel met groot succes. Ondertussen was de opera wel ingrijpend veranderd. Zo schrapte Beethoven een complete akte.

Een opera over ideeën

Fidelio veranderde door alle wijzigingen van een opera over mensen in een opera over ideeën, en het luchtige en komische zijplot verdween voor een belangrijk deel. Fidelio bewijst zo vooral dat Beethoven meer een symfonisch componist is dan een dramatische operacomponist pur sang als Verdi, Puccini of Wagner. Muzikaal werkt de opera echter wonderwel, en er zijn weinig opera’s die zich kunnen beroepen op een zo wonderschoon kwartet als ‘Mir ist so wunderbar’.

~

Het is ironisch dat, waar Beethoven een loflied op de individuele vrijheid wilde componeren, hij door alle wijzigingen de hoofdpersonages van individuen tot personificaties maakte en de dramatische zeggingskracht opofferde voor een meer filosofische boodschap. Robert Carsen heeft dit goed begrepen, en toont in het slot vooral dat het individu er niet toedoet. In een van de meest aangrijpende scènes heeft het koor van de gevangen zelfs letterlijk geen stem: op het podium zien we louter zwijgende figuranten; het koor zingt onzichtbaar vanuit de orkestbak. Omstreden, maar zeer effectief is de versterkte en vervormde stem van de gevangenisdirecteur, die ook nog eens aan smetvrees lijkt te lijden, voortreffelijk gezongen en geacteerd door Alan Held.

Hoewel alle rollen goed bezet waren, liet de Duitse sopraan Nadja Michal in de titelrol vooral horen over veel volume te beschikken, waardoor de meer lyrische passages niet goed uit de verf kwamen. Tegenover dit kleine smetje staat echter het buitengewoon transparante spel van het Nederlands Kamerorkest, dat in handen van toekomstig chef-dirigent Marc Albrecht ongekende nuances en contrasten in Beethovens muziek weet aan te brengen.

 

8WEEKLY MediaPlayer