Muziek / Album

Nog steeds easy, gelukkig

recensie: Buffalo Tom - Three Easy Pieces

Als waren het ‘drie simpele stukjes’ die ze al honderd jaar spelen. Zó vertrouwd klinkt de nieuwe Buffalo Tom. Na het laatste studioalbum Smitten (alweer uit 1998!) kwamen er nog twee verzamelaars (Asides en Bsides) uit, maar toen werd het toch écht stil. De charmante Amerikaanse band uit Boston met dat typische gitaargeluid van (Gibson) humbucker-elementen en die typische stem (Bill Janovitz) leek voorgoed in de stilte verdwenen te zijn. Tóch, ze zijn terug. En na beluistering van het resultaat Three Easy Pieces mogen we daar meteen aan toevoegen: gelukkig.

~

Met Taillights Fade, één van de mooiste alternatieve popsongs ooit op hun conto leek het pad naar eeuwige roem en succes geplaveid te zijn. Vooral de albums Let Me Come Over en Big Red Letter Day werden (Europese) successen, maar eind jaren negentig leek er een onverwachts einde te zijn gekomen aan het eerste leven van deze band. En dat leek triest. Helemaal wanneer onder andere dat prachtige live-optreden tijdens Pinkpop 1992 nog op je netvlies gebrand stond. Toch: na een stilte van negen jaar zijn ze er ineens weer. “This is a classic BT-album” zo meldt de bio. En deze recensent is oprecht nieuwsgierig naar hun tweede leven.

Melancholie

Bad Phone Call zet als compositie even op het verkeerde been. Die typische stem is niet direct te herkennen, dat gitaargeluid blijkt ook verdwenen. Geen slecht nummer, maar toch ook niet direct een Buffalo Tom-alike. Niettemin druipt de melancholie er vanaf. Dat wél. Een kenmerk dat met talloze rollen duct-tape voor eeuwig aan Buffalo Tom vastgeplakt is.

Al bij het tweede nummer gaan we letterlijk terug in de tijd. De titelsong Three Easy Pieces is heerlijk dynamisch en up-tempo. De bronstige humbuckers ronken weer goddelijk. Hetzelfde geluid als voorheen, akkoorden op bijna dezelfde karakteristieke manier aangeslagen. Nostalgie pur sang. Gitaarlagen smeren de nummers vol, her en der klinken prettig krakende en knisperende solootjes. Ook tijdens rustigere nummers zoals Lost Downtown drijft Janovitz’ knappe gitaarspel op een zeer prettige manier naar de oppervlakte. Delay-effectje over de gitaar heen gooien en het totaalgeluid kabbelt heerlijk relaxt van seconde één naar het eind.

Wat ook opvalt: de koortjes tussen Janovitz en bassist Chris Colbourn zijn meer dan ooit een serieus aspect van de muziek. Dat levert met bijvoorbeeld Gravity en You’ll Never Catch Him hemelse resultaten op. Ook in Bad Phone Call valt na een paar keer luisteren ineens het kwartje. Mede door die rollebollende zanglijnen waar Colbourn en Janovitz maar geen genoeg van lijken te krijgen.

Soms zijn de nummers even wat minder pakkend. Renovating bijvoorbeeld, trekt me niet zo. Good Girl en September Shirt zijn van die nonchalant uitgevoerde niemendalletjes. Toch druipt de kwaliteit daar wel vanaf. Pendleton is een werkelijk prachtige pianoballade. Gezongen door Colbourn en en passant ook nog opgeluisterd met een trompetspelende Janovitz. Hearts of Palm is mijns inziens een prachtig en rustig hoogtepunt van dit album. Afsluiter Thrown is eveneens perfect gelukt. Met een hoofdrol voor de pedal steelguitar van gastmuzikant Tim Obetz.

Tja, dat Three Easy Pieces: simpel eigenlijk, hè? Nummer na nummer, keer na keer, kom ik dichterbij het gevoel dat Taillights Fade gaf, dichterbij die nostalgische topalbums van weleer. Het lijkt easy, en zo hoort het ook.