Uit de schaduw
Bij John Mayall en The Bluesbreakers heeft Buddy Whittington zijn sporen ruimschoots verdiend. Met zijn tweede solo-album Six String Svengali zet hij zich nog steviger op de blueskaart.
Whittington debuteerde in 2008 als solo-artiest, maar bleef vervolgens redelijk onopgemerkt bij het grote publiek. Zijn tweede album moet hier verandering in brengen. De ingrediënten hiervoor zijn in ruime mate voorhanden. Bovendien typeerde John Mayall hem ooit als ‘possibly the greatest Bluesbreaker of them all’. Eric Clapton, Peter Green, Mick Taylor, Walter Trout en Coco Montoya achter je laten? Een groter compliment kun je niet krijgen van je ex-baas.
Voedingsbodem
Spierballen-blues
Six String Svengali herbergt een sterke gelijkenis met Joe Bonamassa. Met Wayne Six op bas en Mike Cage op drums klinkt de band van Buddy Whittington als een geoliede bluesmachine. In albumopener ‘Back When The Beano Was Boss’ en in ‘My World Revolves Around You’ kan Whittington zich spiegelen aan Steve Miller in zijn beste tijd. Het lied ‘Ain’t Got The Scratch’ klinkt als spierballen-blues: stevig en groots. Het enige dipje op de cd is het niemendalletje ‘I Had To See Alice’. De schoonheid van Six String Svengali laat zich het beste horen bij een flink volume. Met Six String Svengali speelt Buddy Whittington zich bij menig bluesliefhebber in de kijker.
Live in Nederland:
2 dec. Iduna, Drachten
3 dec. Tamboer, Hoogeveen