Muziek / Album

Oprechte punkrevival?!

recensie: Bonaparte - Too Much

.

De muziek van het  Zwitsers/Duitse Bonaparte is redelijk rechttoe rechtaan. Staccato akkoordenschema’s, hier en daar wat elektronische drums om het verwijt van gedateerdheid voor te zijn en bijtend ironisch uitgesproken vocalen, die welhaast zonder uitzondering dogmatisch de tel volgen. Prachtig meezingmateriaal, springerige huis-tuin-en-keukenpunk om in de auto te laten schallen, de diepe analyses lijken thuisgelaten te kunnen worden.

Hersenloze trip

~


Een van de uitschieters van de plaat is ‘Who Took the Pill?’, een balsturige song die je van meet af aan bij de strot grijpt. ‘Anti-Anti’ klinkt heerlijk minimalistisch en de recalcitrantie stroomt haast je speakers uit. ‘Ego’ lijkt een oproep te zijn jezelf wat minder serieus te nemen, geheel volgens het credo van de band. Ook de rest van de tracks is licht verteerbaar en roepen op de alles belemmerende ratio voor eventjes thuis te laten. Gericht op de voeten, niet op het hart of het hoofd. Een band die de ‘punkgimmick’ dus goed begrepen heeft. Kernachtige songs met een opzwepend tempo en een band die een prettig obstinate houding heeft. Een fijn tegengif tegen het vaak wat grauwe leven van alledag.

Het laatste nummer van de plaat, ‘3 Minutes in the Head of Bonaparte’, geeft echter een vermoeden dat er tóch meer aan de hand is. De melancholie komt uit de coulissen in een rustiger nummer, waarin de zanger zijn adolescente stemgebruik verruilt voor een meer contemplatieve beschouwing van een aantal basale existentiële kwesties: de zin van het bestaan en twijfel aan het bestaan an sich.

Maatschappijkritiek

Als we de eerdere nummers op het album aan een tweede beoordeling onderwerpen, gewapend met dit serieuzere paradigma, lijkt er toch meer aan de hand te zijn. De songs zijn niet langer gemakkelijke adaptaties van het punkidioom, maar herbergen een kritische ondertoon. ‘Too Much’ wordt opeens een aanklacht tegen de tirannie van het wetenschappelijke denken, ‘Anti Anti’ een verwijt richting de graaiende bestuurlijke elite en ‘Blow It Up’ lijkt een oproep om de gezapige gestructureerde samenleving te laten proeven van wat dionysische anarchie.

Zoals met zoveel analyses is het dus maar net wat je erin wilt zien, met de juiste bril op zal het plaatje altijd aansluiten bij het discours dat je voorkeur draagt. Totdat schuld is bewezen krijgt Bonaparte het voordeel van de twijfel, en is hun kont-tegen-de-krib-houding een verfrissende.

Een rammelrockend plaatje dus, dat indien gewenst nog van inhoud getuigt ook. Grootste nadeel van de plaat is dat de houdbaarheid nogal te wensen over laat, een gevaar dat altijd op de loer ligt bij muziek die vanaf de eerste luisterbeurt met veel bravoure uit je luidsprekers komt. Ach, de leden van Bonaparte zullen er geen seconde korter door slapen, er zijn altijd wel feestjes te vinden waar nieuwe gegadigden zich gedwee laten verwarren door de ambiguïteit van de band.