Muziek / Album

Een album met overwinningen en nederlagen

recensie: Bloc Party - Four

Bloc Party is terug met een nieuw studioalbum, in originele bezetting, dat moet gezegd. Vier jaar na het laatste album komen ze met Four op de proppen. Een doorstart die zowel overwinningen als nederlagen rijk is.

De afgelopen jaren werd de Britse indiegroep omringd door een zweem van onduidelijkheid. Even leek het erop dat zanger Kelechukwu Rowland (Kele) Okereke de band had verlaten. Of anders gesteld: dat zijn bandmaten zijn lidmaatschap niet langer op prijs stelden. Recentelijk verklaarde Okereke dat het een grap was, een spelletje met de media. Twijfel over het al dan nog wel voortbestaan van de groep zou volgens hem niet bestaan hebben. Een tikkeltje ongeloofwaardig is dat wellicht wel; met Sigmund Freud weten we in elk geval dat in grapjes altijd wel een kern van waarheid schuilt.

Een spelletje of niet, de oorspronkelijke bandleden doken vier jaar na Intimacy de studio weer in nadat ze zich met solowerk hebben bezig gehouden en andere zijdelinkse projecten. Op de site van de band die zich in 2003 doopte tot Bloc Party – een woordspeling op Block Party, het fenomeen dat bij ons bekend staat als het buurtfeest – staat te lezen: ‘In late 2010, Kele Okereke, Russell Lissack, Gordon Moakes and Matt Tong went into the studio. The result is ‘Four’ – the fourth album by Bloc Party, greater than the sum of its four parts.’

Gitaargeweld
Het resultaat van Four: twaalf verrassende doch karakteristieke Bloc Party-liedjes. Met nonchalance begint openingsnummer ‘So He Begins To Lie’. Op de drums zet Tong kort in waarna Kele zich afvraagt: ‘Have you got that already?’. Het maakt duidelijk dat Bloc Party nog altijd de ongepolijste band is van vier jaar geleden. Met het beginnummer is ook direct helder dat de formatie weer terug is bij de onvervalste gitaarpartijen en de elektronische invloeden, waar Intimacy bol van staat, merendeels achter zich heeft gelaten. ‘So He Begins To Lie’ is een pittige kluif doordat het behoorlijk wat gitaargeweld bevat. Dat geldt ook voor het tweede nummer ‘3×3’. Het zijn creatieve en experimentele werken en de heren Okereke, Lissack, Moakes en Tong tonen ermee aan prima rockers te zijn. Het is evenwel zware kost voor de luisteraar die een over het algemeen toegankelijker Bloc Party gewend is.

~

Vork zonder tanden
Met ‘Octopus’, de single die in juli werd gereleased, laat Bloc Party iets doorschemeren van de band die we kennen van Silent Alarm (2005) en A Weekend In The City (2007). Het liedje is aanstekelijk, energiek en verrassend tegelijkertijd. ‘Day Four’ is de tweede single die zal uitkomen. Terecht, want ‘Day Four’ is een van de betere creaties van het album. ‘V.A.L.I.S’  komt ook voor deze kwalificatie in aanmerking. Het is een bekoorlijk liedje met een speelse melodie en een pakkend refrein. ‘Real Talk’ en ‘Truth’ zijn de andere titels die er zeker niet om liegen. Four bewijst dat Bloc Party nog steeds een van de betere bands is in de indiewereld. Zonder de opmerkelijke zang van Kele Okereke zou Bloc Party iets zijn als een vork zonder tanden.

Solide
De Britten zijn terug met een solide album. De experimenteerdrift, die onderdeel is van de identiteit van de groep, zoeken ze in zwaarlijvige rock die niet altijd even boeiend is en zelfs neigt naar overtolligheid. Dat is jammer en zorgt ervoor dat Four wat uitstekende overwinningen boekt, maar ook wat nederlagen kent.